Jongvee
Jongvee wordt meestal gedurende een korte periode individueel gehouden. Kalveren van eigen melkkoeien kunnen zonder problemen na twee weken in groep worden gehouden. Bij aankoop van kalveren en op bedrijven met zieke dieren, wordt de groepsvorming best uitgesteld tot een leeftijd van zes tot acht weken. Groepshuisvesting is wettelijk verplicht vanaf een ouderdom van acht weken. De groepsgrootte varieert meestal tussen 4 en 25 dieren. Hoe meer kalveren er aanwezig zijn, hoe homogener de groepen qua leeftijd zijn en zo verhoogt ook de weerstand.
De huisvesting van jongvee voor de vervanging van melkkoeien en de aparte huisvesting van jongvee bestemd voor de rundvleesproductie zijn zeer goed vergelijkbaar. Individuele huisvesting gebeurt in éénlingboxen en kalverhutten of iglo’s. Systemen van groepshuisvesting zijn: ingestrooide groepshokken, ligboxenstallen of groepshutten. Daarnaast wordt ook roosters met een ligruimte en volroosters toegepast.
Het drenken met een speenemmer is de meest verspreide manier van voederen. Het grote nadeel van dit systeem is de arbeidsintensieve aard ervan. De mogelijkheid om de dieren na het drinken 10 tot 20 minuten in het voederhek vast te zetten (en op die manier het zuigen bij elkaar te voorkomen) en om de dieren tijdens het drinken individueel te controleren zijn de voornaamste voordelen. Als het vullen en verplaatsen van de emmers manueel gebeurt, is het bovendien een zeer goedkoop systeem. In functie van de bedrijfsgrootte kan de melk echter ook op andere manieren bij de kalveren worden gebracht. Vanaf een bepaald aantal kalveren wordt het bijvoorbeeld interessant de melk te bereiden in een verplaatsbare mixer en daarmee de emmers ter plekke te vullen. Voor grote bedrijven kan de bereide melk zelfs met een leiding tot bij de kalveren worden gebracht. Een andere optie is het gebruik van automaten. Nadeel is dat kalveren die door soortgenoten van de automaat weg worden gejaagd geneigd zijn daarna bij andere kalveren te zuigen. Automaten waarbij de kalveren zich bij het drinken zelf opsluiten geven daar minder aanleiding toe.
individuele huisvesting
(1) éénlingboxen
Eénlingboxen bieden het voordeel dat individuele controle eenvoudig is en dat het onderling zuigen en likken van de kalveren belemmerd wordt. De kalveren verblijven meestal tot twee weken in de eenlingboxen en worden daarna in groepen geplaatst. Gedurende die eerste twee weken moeten de boxen rijkelijk worden ingestrooid. Vóór de bezetting wordt 15 tot 20 kg stro op het hardhouten rooster aangebracht en per dag wordt ongeveer 1 kg vers stro bijgestrooid. De scheidingswanden moeten van glad materiaal zijn gemaakt zodat de boxen gemakkelijk te reinigen en te ontsmetten zijn. De wanden moeten bovendien visueel en lichamelijk contact tussen de kalveren mogelijk maken. Bij voorkeur zijn de boxen voorzien van wieltjes om ze buiten de stal gemakkelijk te kunnen reinigen. De breedte en de lengte van de boxen bedragen respectievelijk 90 en 140 à 150 cm. Bij een verblijf langer dan 2 weken, moeten er ruimere boxafmetingen worden toegepast en worden er vooraan voorzieningen getroffen voor het verstrekken van water, kracht- en ruwvoer.
(2) kalverhutten of iglo’s
Buitenopfok in individuele kalverhutten of iglo’s biedt het voordeel dat de kalveren onmiddellijk uit de nabijheid van infectiebronnen (melkvee, ouder jongvee) worden genomen. De goede luchtkwaliteit en de uitloop bij de kalverhutten of iglo’s dragen bij tot een goede ontwikkeling. Droge, pasgeboren kalveren verdragen koude temperaturen (tot -10 °C) veel beter dan aanhoudende hoge temperaturen (meer dan 25°C). De kalverhutten of iglo’s worden bij voorkeur geplaatst op een betonverharding met een kleine helling en op een afstand van een halve meter van elkaar. Na elk verblijf moet het strooisel worden weggenomen en moeten de kalverhutten of iglo’s én de accessoires worden schoongemaakt. Indien mogelijk kan men de kalverhutten of iglo’s verplaatsen naar een plaats die enige tijd onbezet is geweest. De open zijde wordt bij voorkeur naar het zuidoosten gericht. De kalveren blijven meestal tot vijf à zes weken ouderdom in de kalverhutten of iglo’s. Kalverhutten of iglo’s zijn arbeidsintensieve huisvestingssystemen.
groepshuisvesting
(1) ingestrooide groepshokken
Na de periode van individuele huisvesting (na twee weken in eenlingboxen of vijf à zes weken in individuele iglo’s of hutten) worden de kalveren in kleine groepjes in stroboxen gehuisvest, tot de leeftijd van drie tot vijf maanden. Het is een goede overgangshuisvesting tussen eenlingboxen of iglo’s en een stalafdeling met ligboxen. Per dier is minimaal 1,5 tot 3 m² boxruimte en 0,4 tot 0,5 m plaats aan het voederhek nodig. De vloer helt met ongeveer 2% naar een giergoot. Er moeten in ieder geval per groep voorzieningen worden getroffen voor water- en ruwvoederverstrekking. De stal kan eventueel als hellingstal worden uitgevoerd, hoewel door de geringe massa van de dieren een goede werking niet gegarandeerd is, tenzij de bezetting wordt opgedreven tot 100 kg per m².
(2) ligboxenstallen
Vanaf drie maanden kunnen kalveren in ligboxenstallen worden geplaatst. Belangrijk is dat de afmetingen van de ligboxen aangepast zijn aan de maten van de dieren. Te grote boxen worden te veel vervuild, te kleine boxen worden niet benut. Overbezetting moet zeker worden vermeden omdat anders de zwakste dieren noodgedwongen op de roosters moeten liggen. Meestal zijn de ligplaatsen van een dikke strolaag voorzien ofwel iets verhoogd t.o.v. de roosters en licht ingestrooid.
(3) groepshutten
Groepshutten of superiglo’s zijn meestal bestemd voor 8 kalveren, tot een leeftijd van ongeveer 4 maanden. Het is een vrij goedkope manier om aan groepshuisvesting te voldoen indien geen andere stalruimte voorhanden is. Qua klimaat biedt het dezelfde voordelen als de kleine kalverhutten of iglo’s.
(4) roosters met een ligruimte
Dit systeem is geschikt voor kalveren vanaf 2 weken tot 6 maanden ouderdom. Achter het voederhek is een rooster van bijvoorbeeld 2m diep geplaatst, waarachter zich een dieper gelegen ingestrooide ligruimte bevindt. Bij voorkeur wordt de ligruimte 3 m diep gemaakt, om uitmesten met een trekker mogelijk te maken.
(5) volroosters
In principe worden volroosterstallen steeds afgeraden voor kalveren, hoewel ze voor de oudste groep dieren, op voorwaarde dat de roosters aan de dieren zijn aangepast en de andere omstandigheden (verzorging, klimaat) optimaal zijn, belangrijke voordelen kunnen bieden.