Vleesvarkens

Zodra de biggen ongeveer 20 kg wegen, komen ze in de vleesvarkensstal terecht, waar ze blijven tot aan de slacht op bijvoorbeeld 115 kg. Omwille van hygiëne en arbeidsbesparing zijn bestaande stallen gewoonlijk voor 100% van roosters voorzien. De welzijnswetgeving legt voorlopig ook nog geen verplicht aandeel dichte vloer op. Nieuw te bouwen, emissiearme stallen, hebben wel een aandeel dichte vloer, in de vorm van een bolle of een hellende strook in het midden van het hok.

De vleesvarkensstal is meestal gecompartimenteerd, (om volgens het all in-all out systeem te kunnen werken), zeker op gesloten bedrijven waar een constante aanvoer van biggen is. Vleesvarkens worden altijd in groep gehouden en onbeperkt gevoederd. Gewoonlijk zijn de groepen vrij klein (een tiental dieren). Er is een tendens geweest naar grotere groepen omdat het mixen van dieren op vlak van dierenwelzijn door de overheid wordt ontraden (maar niet verboden). Uit onderzoek blijkt echter dat de grotere groepen (30 dieren en meer) moeilijker te beheren zijn en niet altijd goede technische resultaten halen. Wettelijk is voor de zwaarste dieren 0,65 m²/dier vereist, maar deze norm is aan de vrij lage kant, vaak wordt meer gehaald. Hokken zijn bijvoorbeeld 3,25 m breed op 2,50 m diep, wat voor 10 of 11 dieren geschikt is. Meestal blijven de dieren van 20 tot 105 kg in hetzelfde hok, maar soms wordt nog een voormestfase ondergaan. In dat geval worden de dieren van 20 tot ongeveer 40 kg in kleinere hokken gehouden. Daarna worden de dieren naar een groter hok gebracht of men splitst de groep. Hokafscheidingen zijn uitgevoerd in beton of kunststof. Voeder- en watervoorziening gebeuren bijvoorbeeld door middel van een combivoederbak.