Duidelijke scheidings- en mengregels hanteren, waarbij een doelmatige verwerking met een zo gering mogelijke belasting van het milieu voorop staat

Beschrijving

Afvalstoffen dienen met het oog op hergebruik en nuttige toepassing over het algemeen na het ontstaan zoveel mogelijk gescheiden te worden gehouden van andere afvalstoffen. Onder bepaalde condities kunnen verschillende afvalstromen echter net zo goed of soms zelfs beter samen worden verwerkt. Het samenvoegen van qua aard, samenstelling en/of concentraties niet met elkaar vergelijkbare (verschillende) afvalstoffen, alsmede het samenvoegen van afvalstoffen en niet-afvalstoffen, wordt mengen genoemd.

De exploitant hanteert duidelijke scheidings- en mengregels ter beperking van milieu-, maar ook veiligheidsrisico’s (brand- en explosiegevaar). Een milieurisico is dat door mengen, samenvoegen geconcentreerde afvalstromen worden “verdund” tot concentraties beneden de acceptatiecriteria en afvalstromen laagwaardiger worden verwerkt dan de minimumstandaard, BBT, voor die afvalstromen.
De regels houden rekening met de aard, de samenstelling en de concentraties (b.v. gevaarlijk versus niet-gevaarlijk), de toe te passen afvalbehandelingen en de navolgende behandelingen op de reststoffen.

Volgens EIPPCB (2006) zijn onderstaande technieken B(este) B(eschikbare) T(echnieken):

13. mengregels hebben en toepassen om beperkingen op te leggen aan de soorten afvalstoffen die kunnen worden gemengd, teneinde een toename van de emissies bij downstream afvalbehandelingen te vermijden. Deze regels moeten rekening houden met het type van afvalstoffen (b.v. gevaarlijk, niet-gevaarlijk), de afvalbehandeling die moet worden toegepast, evenals de volgende stappen die zullen worden uitgevoerd op de afgevoerde afvalstoffen (§ 4.1.5).

14. een scheidings- en mengbaarheidsprocedure hebben (§ 4.1.5, BAT 13 en 24). Typische elementen zijn:

• bijhouden van verslagen van testen, met inbegrip van reacties die veiligheidsrisico’s vormen (temperatuurs- of drukverhoging of gasvorming), een verslag van de bedrijfscondities (viscositeitsverandering en scheiding of precipitatie van vaste stoffen) en een andere relevante parameters, zoals ontstaan van geurende stoffen (§ 4.1.4.13 en 4.1.4.14).
• verpakken van containers (recipiënten) met chemische producten in afzonderlijke vaten o.b.v. hun gevarenclassificatie. Chemische producten die onverenigbaar zijn (b.v. oxidantia en brandbare vloeistoffen) zouden niet in eenzelfde vat (§ 4.1.4.6) mogen worden opgeslagen.

24. gepaste maatregelen nemen bij opslag (§ 4.1.4.1.).

29. zorgen dat het opbulken/mengen naar of van verpakt afval alleen plaatsvindt onder instructie en toezicht van en wordt uitgevoerd door geschoold personeel. Voor bepaalde soorten afval, moet opbulken/mengen worden uitgevoerd onder plaatselijke afzuiging (§ 4.1.4.8).

30. zorgen dat chemische onverenigbaarheden dienen als leidraad bij de scheiding tijdens opslag (§ 4.1.4.13, § 4.1.4.14, BAT 14).

51. ten eerste, de afvalwaters identificeren die gevaarlijke stoffen (b.v. adsorbeerbare organische halogeenverbindingen (AOX); cyaniden; sulfiden; aromatische verbindingen; benzeen of koolwaterstoffen (opgelost, geëmulgeerd of onopgelost); en metalen, zoals kwik, cadmium, lood, koper, nikkel, chroom, arseen en zink) kunnen bevatten. Ten tweede, de geïdentificeerde afvalwaterstromen “on-site” gescheiden houden en ten derde, specifiek behandelen van afvalwater “on-site” of “off-site” (§ 4.7.2).

Bij fysico-chemische behandeling van afvalwater:

72. volgende technieken toepassen in fysico-chemische reactoren (§ 4.3.1.2 en § 4.3.1.3):

f) menging van afvalstoffen of andere stromen die tegelijk metalen en complexvormers bevatten, voorkomen.

74. volgende technieken toepassen voor neutralisatie (§ 4.3.1.3):

b) geneutraliseerd afvalwater afzonderlijk opslaan

75. volgende technieken toepassen om de precipitatie van metalen in de behandelingsprocessen te bevorderen (§ 4.3.1.4):

b) invoer van complexvormende agentia, chromaten en cyaniden vermijden
c) invoer van organisch materiaal dat met de neerslag kan interfereren, vermijden

76. volgende technieken toepassen om emulsies te breken (§ 4.3.1.5):

a) de te behandelen emulsies testen op de aanwezigheid van cyaniden

Als cyaniden aanwezig zijn, dan moeten de emulsies eerst een speciale voorbehandeling ondergaan.

78. volgende technieken toepassen voor afvalwaters die cyaniden bevatten (§ 4.3.1.7):

c) menging van cyanide afval met zure verbindingen vermijden

79. volgende technieken toepassen voor afvalwaters die chroom (VI) verbindingen bevatten (§ 4.3.1.8):

a) menging van Cr(VI) afval met andere afval vermijden

80. volgende technieken toepassen voor afvalwaters die nitrieten bevatten (§ 4.3.1.9):

a) menging van nitriet afval met andere afval vermijden

Technische haalbaarheid

Bewezen techniek. Geen noemenswaardige technische beperkingen.

Voor- en nadelen milieu

Beperking van ongewenste reacties en ongecontroleerde emissies. De techniek heeft een positief effect op het milieu, globaal gezien. Er is evenwel meer ruimte nodig bij gescheiden opslag.

Financiële aspecten

O.a.:

• kosten voor personeel en opleiding
• kosten voor administratie
• besparingen op saneringskosten, boetes en schadeclaims

Aanvullende informatie

Relatie met huidige milieuregelgeving (VLAREM II, VLAREMA en Kaderrichtlijn Afvalstoffen). O.a. onderstaande sectorale bepalingen staan in verband met de milieuvriendelijke techniek:

• VLAREM II, Artikel 5.2.1.7., §2
• VLAREM II, Artikel 5.2.2.5.3., § 3 en § 4
• VLAREM II, Artikel 5.2.2.8.2., § 5
• VLAREMA, Artikel 4.4.2
• Kaderrichtlijn Afvalstoffen (Richtlijn 2008/98/EG), Artikel 7, § 4 
• Kaderrichtlijn Afvalstoffen (Richtlijn 2008/98/EG), Artikel 18:
   

Referenties

Commissie Integraal Waterbeheer (2001). Verwerking waterfractie gevaarlijke en niet-gevaarlijke afvalstoffen. Leleystad (Nederland): Commissie Integraal Waterbeheer.

EIPPCB (2006). Best Available Techniques (BAT) Reference Document for the Waste Treatments Industries. EIPPCB, Sevilla, Spanje.

Werkgroep “Uitvoering aanbevelingen Commissie HOI’s en inspectieonderzoek” (2002). De verwerking verantwoord. Werkgroep “Uitvoering aanbevelingen Commissie HOI’s en inspectieonderzoek”.