Beschikbare milieuvriendelijke technieken

In dit hoofdstuk worden de verschillende maatregelen toegelicht die geïmplementeerd kunnen worden om milieuhinder te voorkomen of te beperken. Bij de bespreking van de milieuvriendelijke technieken komen telkens volgende punten aan bod:

  • beschrijving van de techniek;
  • toepasbaarheid van de techniek;
  • milieuvoordeel van de techniek;
  • financiële aspecten van de techniek.

De informatie in dit hoofdstuk vormt de basis waarop in hoofdstuk 5 de BBT-evaluatie zal gebeuren. Het is dus niet de bedoeling om reeds in dit hoofdstuk (hoofdstuk 4) een uitspraak te doen over het al dan niet BBT zijn van bepaalde technieken. Het feit dat een techniek in dit hoofdstuk besproken wordt, betekent m.a.w. niet per definitie dat deze techniek BBT is.

 

Toon enkel technieken...
Aspecten
...op...
Beste beschikbare techniek
Milieuvriendelijke techniekTechnische aspectenMilieuaspectenBBT
BewezenAlgemeen toepasbaarInterne veiligheidKwaliteitGlobaal - technischWaterverbruikAfvalwaterLuchtBodemAfvalEnergie - elektriciteitsverbruikChemicaliënImpact op de ketenGlobaal - milieuEconomisch
  • Legende

1 Deze techniek is BBT wanneer één of een combinatie van technieken worden toegepast voor de zuivering van met PFAS belast afvalwater/bemalingswater waarbij minstens één van de gebruikte technieken gevoelig is aan de aanwezigheid van één of meerdere bijkomende parameters aanwezig in de matrix, de toegepaste technieken zelf geen effect hebben op de betreffende parameter(s) en waarbij een voorbehandeling de efficiëntie van de waterbehandelingstechniek(en) kan verbeteren en/of de werking ervan kan beschermen. Het rechtstreeks afvoeren van het afvalwater voor thermische degradatie en verbranding vereist geen bijkomende voorbehandeling.

2 Voor de beschrijving van de technieken werd hoofdzakelijk informatie verzameld die afgestemd is op het behalen van de oude rapportagegrens van 100 ng/l. In een beperkt aantal cases kon aangetoond worden dat zuiveringen tot <20 ng/l voor alle meetbare PFAS mogelijk zijn. Hoofdzakelijk met korte keten PFAS, PFBA in het bijzonder, worden moeilijkheden ervaren om deze te verwijderen onder deze grens. Voor lange keten PFAS zijn er reeds meerdere cases waarbij deze verwijderd konden worden tot onder 20 ng/l, echter bij zeer hoge influentconcentraties en/of complexe matrices blijft dit moeilijk realiseerbaar.

3 Op voorwaarde dat aanvaarbare overgangstermijnen worden voorzien rekening houdende met de matrix van het bedrijfsafvalwater, PFAS-concentraties en al dan niet intentioneel gebruik of productie van PFAS. In bepaalde situaties kunnen aanvullende, verkennende labo-/piloottesten noodzakelijk zijn om deze keuze van de techniek of combinatie van technieken verder te ondersteunen.

4 De keuze van de specifieke techniek of combinatie van technieken heeft een specifieke impact op het milieu zoals beschreven in hoofdstukken 3.4.1 en 3.4.2, en verder samengevat in hoofdstuk 3.7. Voor elke situatie en geselecteerde techniek(en) moet afgewogen worden of de milieuwinst van de verwijdering van PFAS opweegt ten opzichte van de cross-media effecten.

5 Het onderscheid tussen deze types bemalingen zal meer specifiek gemaakt worden in toekomstig beleid betreffende bemalingswater (cfr. grondwatertrein).

6 Voor de beschrijving van de technieken werd hoofdzakelijk informatie verzameld die afgestemd is op het behalen van de oude rapportagegrens van 100 ng/l. In een beperkt aantal cases kon aangetoond worden dat zuiveringen tot <20 ng/l voor alle meetbare PFAS mogelijk zijn. Hoofdzakelijk met korte keten PFAS, PFBA in het bijzonder, worden moeilijkheden ervaren om deze te verwijderen onder deze grens. Voor lange keten PFAS zijn er reeds meerdere cases waarbij deze verwijderd konden worden tot onder 20 ng/l, echter bij zeer hoge influentconcentraties en/of complexe matrices blijft dit moeilijk realiseerbaar.

7 De keuze van de specifieke techniek of combinatie van technieken heeft een specifieke impact op het milieu zoals beschreven in hoofdstukken 3.4.1 en 3.4.2, en verder samengevat in hoofdstuk 3.7. Voor elke situatie en geselecteerde techniek(en) moet afgewogen worden of de milieuwinst van de verwijdering van PFAS opweegt ten opzichte van de cross-media effecten.

8 Voor de beschrijving van de technieken werd hoofdzakelijk informatie verzameld die afgestemd is op het behalen van de oude rapportagegrens van 100 ng/l. In een beperkt aantal cases kon aangetoond worden dat zuiveringen tot <20 ng/l voor alle meetbare PFAS mogelijk zijn. Hoofdzakelijk met korte keten PFAS, PFBA in het bijzonder, worden moeilijkheden ervaren om deze te verwijderen onder deze grens. Voor lange keten PFAS zijn er reeds meerdere cases waarbij deze verwijderd konden worden tot onder 20 ng/l, echter bij zeer hoge influentconcentraties en/of complexe matrices blijft dit moeilijk realiseerbaar.

9 De keuze van de specifieke techniek of combinatie van technieken heeft een specifieke impact op het milieu zoals beschreven in hoofdstukken 3.4.1 en 3.4.2, en verder samengevat in hoofdstuk 3.7. Voor elke situatie en geselecteerde techniek(en) moet afgewogen worden of de milieuwinst van de verwijdering van PFAS opweegt ten opzichte van de cross-media effecten.

10 Afhankelijk van de specifieke situatie rekening houdende met de toepasbaarheid en economische haalbaarheid in functie van tijds- en plaatsbeperkende factoren, de aard van de matrix, type PFAS, PFAS concentraties en de aard van het ontvangende oppervlaktewater.

11 Voor de beschrijving van de technieken werd hoofdzakelijk informatie verzameld die afgestemd is op het behalen van de oude rapportagegrens van 100 ng/l. In een beperkt aantal cases kon aangetoond worden dat zuiveringen tot <20 ng/l voor alle meetbare PFAS mogelijk zijn. Hoofdzakelijk met korte keten PFAS, PFBA in het bijzonder, worden moeilijkheden ervaren om deze te verwijderen onder deze grens. Voor lange keten PFAS zijn er reeds meerdere cases waarbij deze verwijderd konden worden tot onder 20 ng/l, echter bij zeer hoge influentconcentraties en/of complexe matrices blijft dit moeilijk realiseerbaar.

12 De keuze van de specifieke techniek of combinatie van technieken heeft een specifieke impact op het milieu zoals beschreven in hoofdstukken 3.4.1 en 3.4.2, en verder samengevat in hoofdstuk 3.7. Voor elke situatie en geselecteerde techniek(en) moet afgewogen worden of de milieuwinst van de verwijdering van PFAS opweegt ten opzichte van de cross-media effecten.