(Van Gansbeke S., 2005a; Van Gansbeke S., 2005b; Wytynck W., 2005; Coomans D. et al., 2004; Van Gansbeke et al., 2004; Van Gansbeke S., 2004b; Van Gansbeke S. en Goossens A., 2004a; Makelberge T. et al., 2003; EIPPCB, 2003; An., 2003d)
(Van Gansbeke S., 2005a; Van Gansbeke S., 2005b; Wytynck W., 2005; Coomans D. et al., 2004; Van Gansbeke et al., 2004; Van Gansbeke S., 2004b; Van Gansbeke S. en Goossens A., 2004a; Makelberge T. et al., 2003; EIPPCB, 2003; An., 2003d)
De opslag en afvoer van krengen is wettelijk bepaald via Vlarem II, artikel 5.9.8.4§4.
Onverminderd de ter zake van toepassing zijnde reglementaire bepalingen mogen krengen niet op het terrein van de inrichting worden begraven. De exploitant treft de nodige schikkingen om de krengen onmiddellijk af te zonderen van de gezonde dieren en opdat zij zo spoedig mogelijk worden opgehaald door een inrichting bedoeld in subrubriek 2.11 van de
indelingslijst. In afwachting en ter voorkoming van verdere besmettingen worden:
Procesbeschrijving
Technieken die ingezet kunnen worden ter beperking van hinder door geur en stof zijn, o.a.:
Procesbeschrijving
(An., 2004d; An., 2001b)
Procesbeschrijving
(An., 2004b; An., 2001b)