De pluimveesector is op te delen in twee activiteiten: eiproductie enerzijds en vleesproductie anderzijds. Pluimveerassen worden geselecteerd volgens de beoogde activiteit: vleeskuikenproductie (braadkippen) ofwel eiproductie (leghennen).
Zoals aangeven in onderstaande figuren bestaat de keten van de intensieve vleeskuikenproductie uit een aantal opeenvolgende fasen: selectie, moederdier, broeierij en vleeskuiken, de keten van de intensieve eiproductie bestaat uit de fasen: selectie, moederdier, broeierij, opfok en leghen.
De varkenshouderij kan in vier bedrijfstypes worden opgedeeld:
In de rundveehouderij worden 4 diercategorieën onderscheiden:
(An., 2003d)
De belangrijkste milieuaandachtspunten voor de veeteeltsector zijn: watergebruik en afvalwater, emissies van nutriënten en geur en stof. Overige milieuaandachtspunten zijn energie en afval.
In dit deel worden de milieuvriendelijke maatregelen voor elk van de bovenvermelde milieuaandachtspunten besproken. Hierbij wordt ingegaan op de volgende items:
Deze BBT-studie is voornamelijk gericht op de subsectoren ‘rundveehouderij’ (melkvee, vleesvee, jongvee en vleeskalveren), ‘varkenshouderij’ (zeugen, biggen en vleesvarkens) en ‘pluimveehouderij’ (slachtkuikens en leghennen).
Voor elk van de subsectoren wordt een beschrijving gegeven van de activiteiten of processen die toegepast worden en de bijhorende milieu-impact. De activiteiten worden als volgt ingedeeld: