Rundveehouderij
In de rundveehouderij worden 4 diercategorieën onderscheiden:
- melkvee
- vleesvee
- jongvee
- vleeskalveren
Bedrijven waar melkvee wordt gehouden, vertonen onderling grote verschillen. Van hooggespecialiseerde bedrijven met als enige activiteit melkproductie, over bedrijven met melkkoeien en zoogkoeien, melkvee en varkens tot bedrijven die melkvee combineren met akkerbouw. Gemiddeld telt een melkveebedrijf in Vlaanderen 33 melkkoeien. Van de melk gaat 90 % naar de melkerij. Wat overblijft wordt ofwel op het bedrijf verkocht, op het bedrijf verwerkt tot zuivelproducten ofwel aan jonge dieren gevoederd. Het gemiddeld Vlaams bedrijf heeft een productierecht (quotum) van 185 000 liter melk; voor een gemiddeld Belgisch bedrijf is dit quotum 177 000 liter. De vetmesting van kalveren is een sterk geïntegreerde productie. De integratoren zijn producenten van kunstmelk of exploitanten van slachthuizen. De vleesveebedrijven zijn geëvolueerd naar gesloten zoogkoebedrijven waarbij de kalveren op het bedrijf zelf worden geboren.
Volgende processen/activiteiten komen aan bod:
Figuur: Bedrijfskolom melkvee (BRON: Bedrijfskolom Melk, jaarverslag 2000 (-2001))
Figuur: Bedrijfskolom vleesvee (BRON: Vettenburg N., 2005)
Figuur: Bedrijfskolom vleeskalveren (BRON: Vettenburg N., 2005)