Varkenshouderij

De varkenshouderij kan in vier bedrijfstypes worden opgedeeld:

  • zeugenhouderijen
  • gesloten bedrijven die zeugen houden en geproduceerde biggen afmesten
  • open gemengde bedrijven die ook biggen van elders inkopen
  • vleesvarkensbedrijven die biggen inkopen om ze tot slachtrijpe dieren af te mesten

De laatste decennia is er een tendens in de richting van meer “gesloten” bedrijven.  Men maakt onderscheid tussen stallen voor zeugen, biggen (tot 20 -22 kg levend gewicht ofwel 10 weken) en vleesvarkens (20 tot > 100 kg).  Vleesvarkenstallen werken vaak volgens het all-in, all-out systeem, uitgezonderd op gesloten bedrijven waar de aan- en afvoer van dieren volgens een meer continu schema gebeurt. 

De contractteelt is vrij algemeen in de varkenshouderij, vooral bij de productie van vleesvarkens.  De integratoren zijn de veevoederbedrijven die verscheidene vormen van integratie toepassen, gaande van levering van biggen en het veevoeder, tot de financiering van het bedrijf en het opkopen van de slachtrijpe dieren.

In de varkenshouderij kan het aantal varkens snel veranderen omdat de levenscyclus van de vleesvarkens amper langer duurt dan 6 maanden en de zeugen zeer productief zijn, met twee worpen per jaar met gemiddeld 8-9 biggen.

Volgende processen/activiteiten komen aan bod:

De bedrijfskolom van de intensieve varkenshouderij is weergegeven in onderstaande figuur.

Figuur: Bedrijfskolom intensieve varkenshouderij (BRON: Feyaerts T. et al., 2002)