Voorkomen en beperken van geluids- en trillingsemissies

Beschrijving

De operator kan geluids- en trillingsemissies voorkomen of, indien dat niet haalbaar is, beperken door toepassing van één of een combinatie van onderstaande technieken:

1. Een goede locatie van apparatuur en gebouwen;
   Het geluidsniveau kan worden verminderd door de afstand tussen de zender (geluidsbron) en de ontvanger te vergroten, door gebouwen te gebruiken als geluidsschermen en door in- of uitgangen van gebouwen te verplaatsen.

Bv. Installaties die geluidshinder kunnen veroorzaken (stoomketel, wasbanen voor wagons en containers) staan binnen opgesteld.

Bv. Reinigingsactiviteiten worden uitgevoerd met gesloten poorten.

Bv. Compressoren worden binnen in de gebouwen geplaatst.

Bv. Transformator wordt in een uitsluitend hiervoor uitgerust gebouw geplaatst.

Bv. Het zodanig opstellen van apparatuur waardoor zo min mogelijk vaten met hand over de (betonnen) vloer moeten worden gerold.

2. Operationele maatregelen;
   Dit omvat technieken zoals: inspectie en onderhoud van apparatuur, sluiten van deuren en ramen in gesloten ruimten, indien mogelijk; bediening van apparatuur door ervaren personeel; vermijden van lawaaierige activiteiten ’s nachts (bv. af- en aanrijden van voertuigen, stapelen van tankcontainers), indien mogelijk, en bepalingen inzake geluidsbeperking tijdens de procesvoering en allerhande activiteiten.

Bv. Poorten moeten maximaal gesloten blijven, reinigingsactiviteiten worden uitgevoerd met gesloten poorten

3. Geluidsarme apparatuur (bv. geluidsarme hogedrukpompen, ventilatoren en afzuigingen, blowers als alternatief voor droogsystemen met perslucht);
4. Apparatuur voor geluids- en trillingsbeperking;
   Dit omvat technieken zoals: geluidsdempers (bv. op ventilatieopeningen); akoestische en trillingsisolatie van apparatuur; omhulling van lawaaierige apparatuur en geluidsisolatie van gebouwen.
   Een voorbeeld binnen de sector is het gebruik van geluidsdempende, flexibele matten (rubbermatten) bij het lossen van aangevoerde vaten.

5. Geluidsdemping.
   De verspreiding van lawaai kan worden verminderd door barrières tussen de zender en de ontvanger te plaatsen (bv. geluidswallen, dijken en gebouwen).

Toepasbaarheid

• Techniek is bewezen.
• De toepasbaarheid is algemeen beperkt tot inrichtingen waarin geluids- of trillingshinder bij gevoelige receptoren wordt verwacht of zich heeft voorgedaan.
• Voor bestaande installaties is de haalbaarheid van de verplaatsing van apparatuur en in- of uitgangen van gebouwen mogelijks beperkt door een gebrek aan ruimte of buitensporige kosten.
• Voor bestaande installaties is de haalbaarheid van apparatuur voor geluids- en trillingsbeperking mogelijks beperkt door een gebrek aan ruimte.
• Geluidsdemping is alleen van toepassing voor bestaande installaties, omdat het ontwerp van nieuwe installaties deze techniek overbodig zou moeten maken. Bij bestaande installaties is de haalbaarheid van de plaatsing van barrières mogelijk beperkt door een gebrek aan ruimte.
• Techniek verlaagt risico’s op arbeidsongevallen.

Milieuvoordeel

• Beperking van emissies van geluid en trillingen.

Financiële aspecten

• Kosten variëren i.f.v. toegepaste techniek.

Bronnen

• (Commissie Integraal Waterbeheer (CIW), 2000)
• (Nederlandse Commissie Integraal Waterbeheer (CIW), 2002)
• (Huybrechts, Vercaemst, & Dijkmans, 2003)