Bijdrage van bouw- en sloopactiviteiten aan geluidshinder

Bouw- en sloopgeluid wordt in Europese context gerekend onder industriegeluid. Uit rapportages van de lidstaten onder de Europese geluidsrichtlijn (2002/49/EG) blijkt dat het wegverkeer de voornaamste bron is van lawaai die verantwoordelijk is voor een geluidsbelasting van meer dan 55 dB(A) (de drempel waarboven negatieve effecten op de volksgezondheid kunnen worden vastgesteld) gevolgd door geluid afkomstig van spoorverkeer, vliegverkeer en industrie[1] (zie Figuur 11) (EC, 2017).

Bouw- en sloopgeluid wordt, door het vaak onderbroken karakter ervan, beschouwd als vervelender dan een continu geluid (Murphy & King, 2014). Daarenboven blijkt uit het Schriftelijke Leefomgevingsonderzoeken van 2013 en 2018, uitgevoerd door het Departement Omgeving van de Vlaamse Overheid, dat het aandeel van de bouw- en sloopactiviteiten in de hinderstatistieken toeneemt. Daarbij komt de uitdaging van het verhogen van het ruimtelijk rendement, vastgelegd in de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Deze evolutie naar verdicht wonen zal de aandacht voor het bewaken van een aangename leefomgeving nog versterken.

 

Figuur 11: Aantal mensen in de Europese Unie dat blootgesteld wordt aan een geluidsbelasting van meer dan 55 dB(A), per type geluidsbron (EEA, 2018)

 

Het Schriftelijk Leefomgevingsonderzoek

Uit de Schriftelijke Leefomgevingsonderzoeken blijkt dat geluid de belangrijkste bron van hinder vormt. In het SLO-4 gaf drie op de tien respondenten (29%) aan het jaar voorafgaand aan het SLO-3 tamelijk (18%), ernstig (10%) of extreem (2%) gehinderd te zijn door geluid in en om de woning. Drie op de tien respondenten (32%) van het SLO-4 gaf aan een toename in geluidshinder te ervaren ten aanzien van twee jaar geleden.

Uit het SLO-4 blijkt het verkeer en vervoer de grootste hinderbron te zijn (31%) bij respondenten die aangeven tamelijk tot extreem gehinderd te zijn, gevolgd door buren (17%) en geluid afkomstig van recreatie (15%) en bedrijven en industrie (13%). Geluid van Bouw- en Sloopactiviteiten valt in het onderzoek onder de categorie bedrijven en industrie. Uit een detailanalyse van de hinderbronnen voor geluid blijkt dat het aantal gehinderden door bouw- en sloopwerkzaamheden elk jaar toeneemt. Ook voor particuliere doe-het-zelf activiteiten (welke ook vaak gelinkt zijn aan bouw- en sloopactiviteiten) wordt een toename van de tamelijk tot extreem gehinderden opgemeten. Dit in tegenstelling tot andere sectoren en bronnen van geluid, waar globaal een daling wordt vastgesteld. In Tabel 7 wordt het aantal gehinderden (% van de bevolking) voor enkele sectoren weergegeven op basis van de resultaten van het SLO-4.

Tabel 7: Geluidshinder (tamelijk tot extreem) van specifieke hinderbronnen (selectie subcategorieën), vergelijking SLO-metingen – Vlaams Gewest

 

Milieuklachten

Het klachtenboek van de Vlaamse Ombudsman van 2017 geeft een overzicht van de voornaamste klachten bij verschillende Vlaamse administraties en instanties. Verschillende van deze klachten handelen over hinder van geluid en trillingen, zoals bijvoorbeeld bij infrastructuurwerken uitgevoerd door de Vlaamse Waterweg.

Op het moment van publicatie was er geen recent klachtenoverzicht van het Departement Omgeving beschikbaar, door reorganisatie en implementatie van een nieuw centraal registratie- en opvolgingssysteem (JIRA). In 2015 was er wel een overzicht van alle milieuklachten in Vlaanderen beschikbaar in het klachtenboek van de Vlaamse Ombudsman. Dit boek geeft een overzicht van de voornaamste klachten bij verschillende Vlaamse administraties en instanties.

Zo waren er in 2015 2996 milieuklachten van burgers en bedrijven over de diverse milieuthema’s heen. Ook hieruit (zie Figuur 12) blijkt geluid een van de belangrijkste bronnen van hinder te zijn.

 

 

Figuur 12: Verdeling van het aantal ontvangen klachten bij Milieu-inspectie in 2015 per thema op basis van klachtenboek Vlaamse Ombudsman

 

Naast het overzicht in het klachtenboek van de Vlaamse Ombudsman, werd er in het kader van de BBT-voorstudie hinder bij bouw-, sloop- en infrastructuurwerken een klachtenanalyse gedaan van de klachten uit de milieuklachtendatabank MKROS, die door gemeenten werd ingevoerd in 2006. MKROS is een milieuklachten registratie- en opvolgingssysteem, bedoeld voor gemeentelijke, provinciale en gewestelijke instanties die milieuklachten behandelen. Het aantal klachten over geluidshinder bij bouw- en sloopactiviteiten bedroeg 420 voor de periode jan 2006 tot mei 2015. Daar niet alle gemeenten deelnemen aan de klachtenregistratie of slechts een deel van de binnengekomen klachten registreren in MKROS, is dit een onderschatting van het werkelijk aantal klachten over deze periode. Het aantal klachten over geluidshinder als gevolg van werken door particulieren is bijna de helft van deze als gevolg van werken uitgevoerd door aannemers (Van den Abeele & Huybrechts, 2016).

Op basis van de detailinformatie van de klachten blijkt dat bij geluidshinder minstens 50% gelinkt is aan het tijdstip waarop werken plaats vinden. Klagers hebben er vooral problemen mee wanneer hun nachtrust verstoord wordt of wanneer er werkzaamheden plaatsvinden op feest- en weekenddagen. Werkzaamheden die volcontinu gebeuren (b.v. grondbemalingen of polijsten van beton), zijn hierbij regelmatig de oorzaak. Maar ook andere werkzaamheden of leveringen die ’s nachts, ’s morgens vroeg of ’s avonds laat gebeuren leiden dikwijls tot klachten. Bij klachten over particulieren (doe- het-zelfvers) gaan minstens 3/4de van de klachten over werkzaamheden die de nachtrust verstoren op plaatsvinden op feestdagen of weekenddagen. (Van den Abeele & Huybrechts, 2016)