Een nette, functionele en goed ingerichte werkomgeving leidt tot betere kwaliteit en tot betere milieuprestaties. Dit is uiteraard geen algemene regel, maar een praktische vuistregel die door ervaring van milieu- en kwaliteitsauditors en door managers en consultants uit de sector bevestigd wordt[1].
Specifiek voor oppervlaktebehandeling, omvat dit:
Sommige processen geven aanleiding tot dampen, nevels, aërosolen of stof. Om te vermijden dat deze terechtkomen in de omgeving van het procesbad, is een aangepaste afzuiging nodig.
Een aangepaste afzuiging voorziet in:
Oppervlaktebehandeling is in de praktijk een oppervlaktereactie tussen het metaaloppervlak en moleculen in oplossing. Het is dus van belang dat de vloeistof in onmiddellijk contact met het oppervlak voortdurend ververst wordt om de gewenste moleculen aan te voeren en om reactieproducten of verwijderd vuil van bij het oppervlak weg te voeren.
Vloeistofbeweging zorgt voor kortere verwerkingstijden en/of laat toe om met lagere concentraties of lagere werkingstemperaturen hetzelfde resultaat te bereiken.
De vloeistofbeweging kan gerealiseerd worden door:
In veel procesbaden ontstaan ongewenste zwevende stoffen of slib; het ligt voor de hand om deze uit het bad te verwijderen eerder dan het bad om die reden te verwerpen. Dit kan continu door rondpompen over filter, centrifuge, etc. of discontinu b.v. door het slib te laten bezinken, de badvloeistof in een container op te vangen; het bad te reinigen en de badvloeistof opnieuw in te zetten.
Een regelmatige opvolging van de proces- en spoelbaden is nodig vanuit economisch, kwaliteits- en milieuoogpunt: