Algemeen

De processen die bij de meeste bedrijven met afvalopslag voorkomen, zijn:

- Wassen van vrachtwagens (wasplaats)
 

Aan- en afvoer: verkeer op het op- en overslag terrein

Bij de aan- of afvoer en het vervoer van materialen op het terrein wordt er gebruik gemaakt van vrachtauto’s en wielladers. Vooral bij schroothandelaren en containerparken rijden ook auto’s van particulieren af- en aan. De meeste bedrijven beschikken over parkeerplaatsen gelegen op het bedrijfsterrein wat ook een verkeersstroom genereert in de nabijheid van de op-en overslagactiviteiten.

Vrachtwagens, maar ook wielladers of andere voertuigen kunnen verontreinigingen op het terrein gevoeliger maken voor verstuiving door het op te werpen, waardoor de wind er meer vat op heeft, door grotere delen te verpulveren tot kleinere stuifgevoeligere deeltjes of door een dikkere laag uit te spreiden over een groter oppervlak. Ook bij het laden van vrachtwagens met stuifgevoelige goederen kan er zich een laag stof vormenop de buitenkant van het voertuig. Indien deze laag niet verwijderd wordt, kan verstuiving optreden tijdens het rijden. Verstuiving kan ervoor zorgen dat stof met de daaraan gebonden verontreiniging in contact komt met het afstromend hemelwater.

Opslag

Grote hoeveelheden materiaal worden veelal opgeslagen in open lucht of onder een afdak. Open opslag kan gebruikt worden voor zowel korte termijn als langdurige opslag. De bodem van het opslagterrein kan verhard zijn om te vermijden dat onzuiverheden met de goederen vermengd raken. Waar voor het milieu schadelijke stoffen kunnen lekken is de bodem bedekt met een vloeistofdichte vloer (verplicht volgens VLAREM II hoofdstuk 5.2.). Afhankelijk van de noden (vb. wanneer verschillende goederen worden opgeslagen op hetzelfde terrein), kan de opslag gebeuren tegen één of meerdere wanden. Bij opslag onder een afdak is er in principe geen rechtstreeks contact met het hemelwater.

Naast opslag in open lucht of onder afdak, worden bepaalde materialen ook opgeslagen in opslaghallen. In opslaghallen gebeuren dezelfde activiteiten als bij buitenopslag maar kan er enkel stof geëmitteerd worden langs de openingen in de hal. Dit zijn deuren en luiken langs waar mobiele laders of transportbanden de opslaghal binnenkomen of verlaten en luiken of dakkappen die gebruikt worden voor verluchting. Soms komen de buitenwanden van de opslaghal niet tot op het vloeroppervlak of tot tegen de dakstructuur en kunnen langs hier nog stofemissies optreden. Opslag in opslaghallen vermindert de kans op verontreinigd hemelwater doordat er (i) geen rechtstreeks contact tussen het hemelwater en de opgeslagen stoffen is en (ii) een vermindering van de stofemissies is (indirect effect).

Overslag

Bij de aanvoer van materiaal wordt dit gestort door de vrachtauto’s. Het verplaatsen van opslaghopen en het vullen van vrachtauto’s gebeurt meestal met de hulp van grijpers of wielladers.

Bedrijven met afvalopslag in havengebieden maken voor de aan- en afvoer gebruik van schepen. De belangrijkste overslagprocessen zijn dan: het oppikken van de goederen (vb. ledigen schip met grijper), het transporteren van de goederen (vb. transportband van voorkaai tot aan de opslaghoop) en het storten van de goederen (vb. laden van een schip met een laadbuis).