Beschikbare milieuvriendelijke technieken

In dit hoofdstuk worden de verschillende maatregelen toegelicht die geïmplementeerd kunnen worden in ingedeelde inrichtingen of activiteiten om luchtemissies bij aanwezigheid van PFAS in het proces te voorkomen of te beperken. Bij de bespreking van de milieuvriendelijke technieken komen telkens volgende punten aan bod:

  1. beschrijving van de techniek;
  2. toepasbaarheid van de techniek;
  3. milieuvoordeel van de techniek;
  4. financiële aspecten van de techniek.

De informatie in dit hoofdstuk vormt de basis waarop in hoofdstuk 5 de BBT-evaluatie zal gebeuren. Het is dus niet de bedoeling om reeds in dit hoofdstuk een uitspraak te doen over het al dan niet BBT zijn van bepaalde technieken. Het feit dat een techniek in dit hoofdstuk besproken wordt, betekent m.a.w. niet per definitie dat deze techniek BBT is.

 

Toon enkel technieken...
Aspecten
...op...
Beste beschikbare techniek
Milieuvriendelijke techniekTechnische aspectenMilieuaspectenBBT
BewezenAlgemeen toepasbaarInterne veiligheidKwaliteitGlobaal - technischWaterverbruikAfvalwaterLuchtBodemAfvalEnergie - elektriciteitsverbruikChemicaliënImpact op de ketenGlobaal - milieuEconomisch
PFAS inventarisatieJa
Beperking van aanwezigheid PFASvgtg 4
Procesbeheersing ter beperking van emissies aan de bronvgtg 7
Monitoring van luchtemissiesvgtg 10
Afzuiging of evacuatie van afgassenvgtg 12
Verwijdering van luchtemissies door zuivering van afgassenvgtg 15
  • Legende

1 De opmaak van een PFAS inventaris heeft een indirect gunstig effect op chemicaliënbeheer, op emissies naar de omgeving (lucht, water, bodem), op afvalstromen en op de voor- en naketen. De inventaris ondersteunt/faciliteert de verdere technieken.

2 De techniek kan in bepaalde gevallen slechts in beperkte mate toepasbaar zijn omwille van mogelijke milieu-, veiligheids- of kwaliteitsredenen, of kan buiten de controle van de exploitant liggen, bv. bij afvalbehandeling.

3 De beperking van aanwezigheid van PFAS heeft een gunstig effect, in het bijzonder wanneer het om zeer zorgwekkende stoffen gaat. Voor bepaalde PFAS zoals fluorpolymeren is het milieuvoordeel bij industriële gebruikers in de inrichting zelf zeer beperkt of zelfs verwaarloosbaar, maar is er wel een gunstig effect in de waardeketen, o.a. door beperktere aanwezigheid in afvalstromen.

4 De techniek is BBT in alle gevallen waar hij toepasbaar is, zie voetnoot bij kolom ‘Algemeen toepasbaar’. Waar aanwezigheid van PFAS niet geëlimineerd kan worden, is het BBT te streven naar minimalisatie.

5 Zie ‘Toepasbaarheid’ in techniekomschrijving.

6 Er moet een afweging gemaakt worden tussen de beperking van emissies naar de lucht en de eventueel mogelijke toename in afval of afvalwater of mogelijke toename in energieverbruik. In het algemeen is het een wenselijke verschuiving naar een meer controleerbaar compartiment.

7 De techniek is BBT in alle gevallen waar hij toepasbaar is. Sommige processen kunnen niet of slechts in beperkte mate gestuurd worden met het oog op beperking van PFAS luchtemissies.

8 Recent werd een gevalideerde LUC-ontwerpmethode (LUC/VI/003) voor meting van geleide emissies gepubliceerd. De kennis over het gedrag van PFAS die nodig is om accurate massabalansen en emissiefactoren op te maken, moet nog verder ontwikkeld en verfijnd worden.

9 Monitoring van PFAS luchtemissies heeft een indirect gunstig effect op luchtemissies en milieubeheer in het algemeen. Monitoring ondersteunt/faciliteert de andere technieken.

10 Enkel BBT indien de PFAS inventaris (techniek 'PFAS inventarisatie') uitwijst dat er enig risico is op luchtemissies van PFAS, en enkel indien voldoende kennis over de eigenschappen van PFAS componenten in het proces en/of emissiemetingen beschikbaar zijn om de emissies accuraat in kaart te brengen.

11 Afzuiging heeft geen direct milieuvoordeel voor luchtemissies, maar is noodzakelijk om zuiveringstechnieken toe te passen.

12 Te beschouwen samen met de eventuele noodzaak voor zuivering en/of emissiemonitoring.

13 Techniek is enkel toepasbaar in combinatie met afzuiging.

14 De mate waarin het milieuvoordeel opweegt ten opzichte van de cross-media effecten, hangt af van de aard en concentratie van PFAS componenten.

15 BBT waar er volgens de PFAS inventaris en/of emissiemonitoring relevante emissies worden vastgesteld. Bij zeer kleine emissies en/of emissies van toxicologisch weinig relevante stoffen weegt het milieuvoordeel niet op tegen de kost en/of de cross-media effecten.