Inventarisatie van PFAS-risico's

Beschrijving

Opmaak van een inventaris van ‘PFAS-risico’s’ die voorkomen, of kunnen voorkomen, in gebruikte grondstoffen (ook gerecycleerde of secundaire grondstoffen) of additieven, of die kunnen gevormd worden in het proces, bijvoorbeeld door een omzetting van precursoren. Met PFAS-risico’s worden bedoeld zowel de gekende aanwezigheid van PFAS componenten, als de industriële toepassingen waarbij het te verwachten of aannemelijk is dat PFAS aanwezig zijn zonder dat dit in veiligheidsinformatiebladen (SDS-fiches) of in de beschrijving van een afvalstof expliciet is aangegeven. Het gaat dan om toepassingen waarmee PFAS typisch geassocieerd worden, zoals vuil-, vet- en waterafstotende producten en oppervlakteactieve producten. Vervuilingen of onzuiverheden, zoals microverontreinigingen in ingekochte producten die niet moeten gemeld worden onder de geldende regelgeving niet-intentionele verontreiniging van bv. verontreinigd grond- of oppervlaktewater of verontreinigde (secundaire) grondstoffen, worden niet systematisch in kaart gebracht, tenzij waar ze relevant zijn voor de totale massabalans van PFAS componenten. De inventaris kan onderdeel zijn van een ruimere chemische inventaris, bijvoorbeeld bij bedrijven die gebruik maken van uiteenlopende chemicaliën, en kan ook kijken naar emissies naar water.

De mate van detail hangt af van de risico’s voor milieu en gezondheid, en dus van enerzijds de gevareneigenschappen van de stoffen, bv. of het zeer zorgwekkende stoffen zijn, of stoffen met een gekende (lage) gezondheidskundige grenswaarde of milieukwaliteitsnorm, en anderzijds van de mate waarin (lucht)emissies mogelijk zijn. Dit hangt onder andere af van de activiteit en de (proces-) omstandigheden die daarbij voorkomen. Waar dit een meerwaarde is en afhankelijk van de beschikbare informatie en variabiliteit, kan de informatie gegroepeerd worden voor verschillende gelijkaardige componenten, of kan met ranges gewerkt worden.

Doordat PFAS zo wijdverspreid zijn in de samenleving, wordt in het bijzonder in de afvalsector vastgesteld/verwacht dat de meeste afvalstromen PFAS bevatten in meer of mindere mate, en dat aanwezige PFAS componenten en hun concentraties kunnen variëren tussen verschillende afvalstromen en doorheen de tijd. Het groeperen/categoriseren van PFAS componenten en concentraties kan in dergelijke gevallen zinvoller zijn. Bij verwerkers van afval of afvalwater, kan dit onderdeel zijn van, of afgestemd zijn op, de procedures voor afvalkarakterisatie en (pre)acceptatie. In de meeste gevallen zal dit zijn op basis van informatie-uitwisseling tussen afvalproducent en afvalinzamelaar. Waar nodig kan dit aangevuld worden met analyses van het afval.

Ook voor minder risicovolle inrichtingen (bv. inrichtingen/activiteiten die niet vermeld werden onder 3.2) en/of minder gevaarlijke PFAS componenten, kan een grovere inventarisatie van groepen van PFAS componenten met hun gemiddelde concentraties meer aangewezen zijn.

Op het moment van schrijven is de informatie over de risico’s voor milieu en gezondheid, en over welke inrichtingen wel/niet risicovol zijn, nog deels in ontwikkeling. Onder 6.3.1 worden daarom aanbevelingen geformuleerd voor verbetering van de huidige kennis. 

De inventaris verzamelt  informatie die relevant is om potentiële luchtemissies te kunnen karakteriseren[1], zoals

  • welke PFAS-verbindingen in welke hoeveelheden/concentraties voorkomen,
  • fysische en chemische eigenschappen van PFAS (inclusief omzetting van precursoren),
  •  gekende toxicologische effecten en/of CLP-indeling,
  • invloed van procesomstandigheden (zie ook 3.2), en
  • hun gedrag in het milieu

Ook rond de opmaak van duidelijke instrumenten en richtlijnen voor het stellen van prioriteiten en aanpassen van mate van detail in functie van risico’s en variabiliteit van processen worden aanbeveling voor verder onderzoek gedaan onder 6.3.1. De informatie in veiligheidsinformatiebladen in kader van REACH vormt in bepaalde gevallen een goede basis voor dergelijke inventaris. Echter, vele PFAS-verbindingen zijn niet ingedeeld volgens CLP, en/of komen in zeer lage concentraties voor in grondstoffen, waardoor hun aanwezigheid vaak niet vermeld is in veiligheidsinformatiebladen (de grens is vaak 0,1 massapercent). Wanneer de aanwezigheid van PFAS te verwachten of aannemelijk is, kan het dus nodig zijn om bijkomende informatie op te vragen bij leveranciers, of eventueel de aanwezigheid van PFAS te (laten) analyseren in een labo. Er zijn echter verschillende voorbeelden gekend waarbij de gemeten concentraties PFAS in afvalwater of een afvalstroom toenemen na biologische, thermische of chemische behandeling. Dit is te wijten aan de aanwezigheid van precursoren die buiten de bestaande meetmethoden vallen. Ook bij labo-analyses is er dus een risico op onderschatting van de aanwezige PFAS.

  • Meer en meer leveranciers delen of verspreiden actief informatie over de aan- of afwezigheid van PFAS in hun producten, soms met labeling/claims dat een product PFAS-vrij is. Hierbij is wel aandacht geboden voor mogelijk misleidende of verwarrende claims zoals de afwezigheid van perfluoralkylstoffen of van PFAA’s (maar dan nog wel met andere PFAS zoals fluortelomeren die een precursor kunnen zijn voor eindstandige PFAA’s). In deze BBT-studie wordt in hoofdstukken 2 en 3 uitgebreid toegelicht welke de belangrijkste gekende toepassingen van PFAS zijn. Aanvullende informatiebronnen zijn onder andere de genoemde toepassingen in het REACH restrictievoorstel rond PFAS (zie 2.4.3.3), de SCIP databank (zie 2.4.3.7) en de ZZS-navigator van het Nederlandse RIVM (zie 2.4.4.2). De evaluatie van het ZZS-beleid in Nederland (zie 2.4.4.2) verwijst verder naar een inventarisatie door SGS Intron van ZZS in afvalstoffen, en andere achtergronddocumenten over gevaarlijk afval en ZZS, te vinden op een website van Rijkswaterstaat.

Afhankelijk van de locatie, kunnen ook oppervlaktewater en grondwater verhoogde PFAS-concentraties bevatten. Indien dit kan leiden tot relevante luchtemissies, zijn deze mee op te nemen in de inventaris.

Toepasbaarheid

Een PFAS inventaris is algemeen toepasbaar. De mate van detail hangt af van de mogelijke risico’s inzake (lucht)emissies en de beschikbaarheid van informatie. Momenteel zijn er nog een heel aantal bedrijven die slechts beperkt zicht hebben op welke PFAS er in grondstoffen, additieven en hulpstoffen aanwezig zijn.

Milieuvoordeel

Dergelijke inventaris verbetert indirect de milieuprestaties door betere kennis van mogelijke aanwezigheid van PFAS, en mogelijke emissies naar de lucht. De inventaris is essentieel om brongerichte en end-of-pipe maatregelen gericht te kunnen inzetten.

Financiële aspecten

Een inventaris brengt niet noodzakelijk significante kosten met zich mee. De kosten zijn personeelskosten voor het verzamelen en zo nodig bijwerken van de informatie. Dit hangt af van de mate van detail.

Er kan een terugverdieneffect zijn. Immers, hoe beter de PFAS-risico’s gekend zijn, hoe gerichter en efficiënter maatregelen om hun aanwezigheid en uitstoot te beperken kunnen genomen worden.



[1] Hoewel het strikt genomen buiten de scope van deze BBT-studie valt, wordt opgemerkt dat dergelijke inventaris ook naar andere mogelijke uitstoot en verspreiding naar alle milieucompartimenten in het milieu kijkt, niet enkel naar uitstoot via luchtemissies.

 

Toon enkel technieken...
Aspecten
...op...
Beste beschikbare techniek
Milieuvriendelijke techniekTechnische aspectenMilieuaspectenBBT
BewezenAlgemeen toepasbaarInterne veiligheidKwaliteitGlobaal - technischWaterverbruikAfvalwaterLuchtBodemAfvalEnergie - elektriciteitsverbruikChemicaliënImpact op de ketenGlobaal - milieuEconomisch
PFAS inventarisatieJa
  • Legende

1 De opmaak van een PFAS inventaris heeft een indirect gunstig effect op chemicaliënbeheer, op emissies naar de omgeving (lucht, water, bodem), op afvalstromen en op de voor- en naketen. De inventaris ondersteunt/faciliteert de verdere technieken.