Bouw van gebouwen

Bij de bouw van gebouwen kan er een onderscheid gemaakt worden tussen verschillende werffases. De meeste aannemers zijn gespecialiseerd in één of meer van volgende fases:

  • Sloopwerken
  • Voorbereiding en installatie van de werf
  • Funderingswerken
  • Ruwbouw
  • Afwerking
  • Onderhoudswerken

Niet elk bouwproces (bijvoorbeeld renovatie) zal bestaan uit deze werffases. Ook is het mogelijk dat er enkel sloopwerken worden uitgevoerd, dus zonder een aansluitende opbouwfase. Onderhoudswerken zullen meestal onafhankelijk van de andere fases plaatsvinden.

Sloopwerken

Afhankelijk van de bestaande toestand van de werfsite dient men eerst afbraakwerken uit te voeren van het geheel of een gedeelte van aanwezige bebouwing. Volgens de Leidraad bij de opmaak van een sloopinventaris van OVAM kan het sloopproces opgedeeld worden in verschillende fasen; de ontruiming, de ontmanteling en de eigenlijke sloopwerken.

  • Ontruiming: verwijdering van alle losse of in hun geheel verwijderbare elementen zoals los of demonteerbaar meubilair, verplaatsbare machines, handtoestellen, nog aanwezige voorraden, ...
  • Ontmanteling: verwijdering van alle vaste toestellen en apart demonteerbare delen van gebouwen zoals verwarmings- en koeltoestellen, radiatoren, vaste apparaten en machines inclusief liften, valse plafonds, verlichtingsarmaturen, rookmelders, wand- en vloerbekleding, ...
  • Sloop: afbraak van resterende constructie na ontruiming en ontmanteling. Bij een selectieve sloop verwijdert de sloper eerst binnen- en buitenschrijnwerk (met inbegrip van de glaspartijen), hout- en dakwerk, leidingen en niet-dragende, niet-inerte structuren (zoals binnenmuren van gips of karton), alvorens hij het karkas zelf sloopt.

Voorbereiding en installatie van de werf

Voordat bouwwerken kunnen beginnen, dient de site bouwrijp gemaakt te worden en dienen de werfvoorzieningen geïnstalleerd te worden. Ook bij sloopwerken heeft men reeds bepaalde werfvoorzieningen zoals werfketen nodig. Grond- en grondwatercondities dienen bepaald te worden en eventuele testboringen worden uitgevoerd. Daarna kan indien nodig gestart worden met bronbemaling om tijdelijk de grondwaterspiegel op de site te verlagen, zodat er droog gewerkt kan worden in de bouwput. In bepaalde gevallen is er grondverzet nodig, bijvoorbeeld wanneer er vervuilde grond aanwezig is op de site of wanneer de site moet worden opgehoogd. Aanplantingen worden indien nodig verwijderd. Water- en energievoorzieningen voor de bouwfase worden aangelegd en hekwerk, werfketen en kranen worden opgezet.

Verder worden aanrijroutes bepaald om transport en logistiek tijdens de volgende werffases vlot te doen verlopen.

Funderingswerken

Tijdens deze fase worden de funderingen van het bouwwerk aangebracht in de bodem, met als uiteindelijk doel het gewicht van de constructie en de hierdoor ontstane krachten over te brengen op de bodem. Afhankelijk van de bodemeigenschappen (samenstelling, draagkracht,…), de te bouwen structuur (gebouw, snelweg,…), de grondwaterstand en de nabijheid van bestaande bebouwing worden verschillende funderingstechnieken toegepast.

Er zijn meerdere opdelingen mogelijk van de verschillende types funderingen. Hier wordt gekozen voor een onderscheid tussen:

  • Fundering op staal
  • Grondverbetering
  • Diepe fundering of paalfundering

Fundering op staal (afkomstig van het Oudgermaanse stal of Oudfranse estal, wat staan op, rusten op betekent) kan worden toegepast wanneer de draagkrachtige bodemlaag niet te diep ligt, en door het gebruik van een verbrede voet (meestal in beton) de bouwstructuren rechtstreeks op de bodem rusten. De fundering kan de vorm aannemen van kolommen, stroken of een volledige plaat onder het bouwwerk. Er dienen dus graafwerken uitgevoerd te worden en beton moet worden aangevoerd en gestort. Deze techniek wordt vooral toegepast bij kleinere bouwwerken, bijvoorbeeld woningen.

Figuur 2: Principe fundering op staal (plaatfundering) waarbij gewicht van de structuur verspreidt wordt over de funderingsplaat en daarbij de bodem

 

Grondverbetering is een algemene term voor de technieken die het draagvermogen of stabiliteit van de bodem verhogen. Dit kan onder meer door de bodem te gaan samendrukken, te mengen, te bevriezen of te vervangen. Bij diepteverdichting gaat men met behulp van een trilnaald de grond compacteren, door de naald in stappen terug te trekken en de ontstane ruimte rond de naald aan te vullen met grond (zie Figuur 3). Ook kan men aan grondverdichting doen door grout (mengsel van cement, water en eventueel hulpstoffen) te injecteren. Groutinjectie wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het verstevigen of toevoegen van funderingen onder bestaande bouwwerken.

 

Figuur 3: Diepteverdichting met behulp van een trilnaald

 

Diepe fundering wordt toegepast wanneer de draagkrachtige grond te diep (meer dan 2m) gelegen is. Er zijn verschillende technieken mogelijk, die opnieuw afhangen van de samenstelling van de grond en de te bouwen structuur. Men kan 2 soorten diepe funderingen onderscheiden: fundering op putten en fundering op palen of paalfundering. Bij fundering op putten gaat men de bodem uitgraven, waarbij men meestal betonnen putringen plaatst die daarna opgevuld worden met beton.

Paalfunderingen worden gebruikt wanneer de draagkrachtige bodemlaag te diep gelegen is voor andere funderingstechnieken. De structuur rust op deze palen, die het gewicht en de krachten van de structuur overbrengen naar de dragende ondergrond. De palen kunnen in de grond gedreven worden (meestal grondverdringend, bijvoorbeeld prefab betonpalen, stalen buispalen, houten palen,…) of in de grond gevormd worden (meestal grondverwijderend, bijvoorbeeld stalen schroefpalen die gevuld worden met beton, zie Figuur 4), afhankelijk van de bodemopbouw en de gewenste draagkracht van de palen (N.N., STEM Building). Voor deze funderingen zijn er verschillende plaatsingsmethodes die afhankelijk van het type paal kunnen worden toegepast. Heien is de bekendste, maar palen kunnen ook worden geschroefd, ingetrild of ingedrukt worden. Bij grondverwijderende methodes dient men rekening te houden met de daar bij horende afvoer van grond. Veel gespecialiseerde funderingsbedrijven ontwikkelen eigen varianten van deze funderingstechnieken die daarbij een naam krijgen die verwijst naar het bedrijf (bijvoorbeeld Fundex-palen of Franki-palen). 

 

Figuur 4: In de grond gevormde, grondverdringende betonpaal, schroevend op diepte gebracht door middel van een stalen hulpbuis met groutinjectie (Dupont et al., 2006).

 

Diepwanden zijn een specifieke diepfundering die ook gebruikt kan worden als grond of grondwaterkering. Bij deze techniek wordt een sleuf uitgegraven die tijdens het graven gevuld wordt met bentonietslib om te voorkomen dat de sleuf instort. Vervolgens wordt de bewapening aangebracht en wordt via een voerbuis beton aangevoerd onderaan de sleuf. Het bentonietslib wordt opwaarts weggedrukt, waarna het wordt opgevangen en in speciale installaties kan worden gerecycleerd.

Figuur 5: Doorsnede vervaardiging van funderingsdiepwand (Constructiv, NN)

Ruwbouw

Van zodra de fundering - die deel uitmaakt van de ruwbouw - is aangebracht en uitgedroogd, kan begonnen worden met de opbouw van het bouwwerk. In deze fase worden bij bouwwerken (binnen)muren, vloeren, isolatie, ramen, deuren en daken geplaatst zodat het gebouw water- en winddicht is en de afwerking kan aangevat worden. Nutsvoorzieningen worden geïnstalleerd of voorzien in de structuur en de gevelbekleding wordt aangebracht.

Afwerking    

De afwerking is de laatste werffase in het bouwproces, waar bij bouwwerken vooral binnenwerk wordt uitgevoerd. Dit kan gaan van bepleisterings- en schilderwerken tot voeg- en afdichtingswerk en algemeen schrijnwerk zoals het plaatsen van parket tot het installeren van een keuken. Ook afwerking van de gevel (bekleding) valt onder deze fase.

Meestal is het aan het einde van deze fase dat ook de werfvoorzieningen terug afgebroken en afgevoerd worden.

Onderhoudswerken

Om de goede staat van een bouwwerk te behouden, worden er in bepaalde gevallen onderhoudswerken uitgevoerd. Het gaat hier meestal om reinigingswerken of het uitvoeren van kleine herstellingen. Van het ontmossen en reinigen van daken, tot het onderhouden van houten trappen en vloeren en het hervoegen van een gevel. Al deze werken hebben als doel de levensduur van het bouwwerk te verlengen, het correcte gebruik te verzekeren en ongevallen of calamiteiten te voorkomen.