De gebruikte brandstoffen

Houtbrandstoffen die geschikt zijn voor huishoudelijke houtverwarming kunnen onderverdeeld worden in houtblokken, briketten en pellets. Het gebruik van houtspaanders (snippers) in huishoudelijke toepassingen is zeer beperkt.

Houtblokken kunnen afkomstig zijn van verschillende boomsoorten. Een aantal soorten die als brandhout aangeboden worden zijn:

  • essenhout
  • berkenhout
  • eikenhout
  • elzenhout
  • haagbeuk
  • fruitbomenhout

Blokken van harshoudend naaldhout worden afgeraden als hoofdbrandstof voor een stukhoutkachel omdat het hars  voor vervuiling van de kachel en het rookgaskanaal kan zorgen. 

Houtblokken die via de officiële verkoopskanalen worden aangeboden zijn veelal voorgedroogd, en zijn op maat gebracht. Brandhout dat via informele circuits wordt aangeboden, bv. door privé boseigenaars, kan sterk uiteenlopende eigenschappen hebben, en moet vaak door de koper nog op maat worden gekliefd en gedroogd.

Houtbriketten zijn gemaakt van geperste houtkrullen en houtvezels en kunnen als alternatief voor houtblokken gebruikt worden. Ze kunnen zowel op basis van naaldhout als op basis van loofhout gemaakt zijn. Ze bevatten geen lijmen of andere chemische additieven. Ze hebben ten opzichte van houtblokken het voordeel dat ze niet hoeven gedroogd te worden, en dankzij hun vormgeving (stapelbare blokken) minder opslagruimte nodig hebben. Ze zijn dichter en droger dan natuurlijke blokken, en hebben daardoor een hogere energie-inhoud.

Houtpellets zijn geperste korrels van zaagsel of houtafval, meestal op basis van naaldhout. Ze zijn bedoeld om in speciale pelletkachels of -ketels te gebruiken. Net als briketten bevatten pellets geen chemische additieven en hebben ze een laag vochtgehalte. Ze kunnen zowel in zakken als in bulk geleverd worden, en kunnen als een vloeistof gegoten worden, wat een voordeel is met het oog op automatische voeding van verbrandingstoestellen. Pellets die in België op de markt worden gebracht, moeten voldoen aan de voorwaarden van het Koninklijk Besluit houtpellets. Verder bestaan er voor pellets certificatiesystemen met specificaties op het gebied van grondstoffen, fysische en chemische eigenschappen, energie-inhoud, … De 2 meest voorkomende certificatiesystemen in Vlaanderen zijn DINplus en ENplus (A1 of A2).

Voor alle houtbrandstoffen geldt dat naast de kwaliteitseigenschappen (die de verbrandingskwaliteit beïnvloeden) ook de herkomst van het hout een belangrijk criterium is voor de duurzaamheid. Met het oog op CO2 neutraliteit is het van belang dat het hout afkomstig is van duurzaam beheerde bossen, met minimaal een evenwicht tussen aangroei en kappen. Het FSC of het PEFC-label dat bv. op pellets aanwezig kan zijn, biedt garantie op duurzame houtoogst. Hout kent naast het gebruik als brandstof ook andere, hoogwaardigere toepassingen (bv. productie van meubels, spaanplaten, …). Voor brandhout of voor aanmaak van briketten of pellets wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van houtreststromen die niet geschikt zijn voor hoogwaardigere toepassingen.