Veeteelt
In de BBT-studie veeteelt komen voornamelijk de subsectoren rundvee-, varkens en pluimveehouderijen aan bod. De prioritaire milieu-items voor de Vlaamse veeteeltsector zijn "water en afvalwater", "nutriëntemissies" en "geur en stof". Overige milieuaandachtspunten zijn: "energie", "afval", "chemicaliën", en "geluid en trillingen".
In de Vlaamse veeteeltsector is grondwater de voornaamste waterbron, gevolgd door leidingwater en in mindere mate hemelwater. BBT ter beperking van het watergebruik zijn veelal preventieve maatregelen met als doel:
- voorkomen van onnodig waterverbruik;
- optimaliseren van waterverbruikende processen.
De hoeveelheid drinkwater voor de dieren reduceren is geen optie. Wel kunnen alternatieve waterbronnen aangewend worden in specifieke situaties. Er gelden dan wel vereisten inzake waterkwaliteit. Bijvoorbeeld het gebruik van:
- hemelwater als reinigingswater voor machines
- voorspoelwater van de melkmachine als aanmaakwater voor kunstmelk van jongvee in de melkveehouderij, mits een snelle vervoedering wordt toegepast.
BBT ter beperking van emissie naar de bodem is het beperken van de hoeveelheid nutriënten (stikstof en fosfor) in mest door het toepassen van precisievoeding. Andere voorbeelden van BBT ter beperking van emissies naar de bodem zijn het opstellen van een nutriëntenbalans en het afstemmen van de mestaanwending op de betrokken landbouwgrond, gewasbehoefte en klimatologische omstandigheden.
Het emissiearm aanwenden, nauwkeurig doseren en gelijkmatig verspreiden van mest is BBT ter beperking van nutriëntemissies (b.v. ammoniak) naar de lucht. Het toepassen van ammoniakemissiearme (AEA-) stalsystemen is BBT bij nieuwbouwstallen voor varkens en pluimvee. De economische haalbaarheid van AEA-stalsystemen is echter geen evidentie.
Het beperken van hinder door geur en stof is voornamelijk gericht op een preventieve aanpak. Optimalisatie binnen de bedrijfslocatie is BBT voor nieuwe stallen en/of nieuwe mestopslagplaatsen. Technisch haalbare nageschakelde technieken (b.v. gaswasser, biofilter) zijn anno 2005 te duur om toegepast te worden in bestaande veeteeltbedrijven. Het afzuigen van de stallucht en het behandelen ervan met een gaswasser is BBT, mits voldaan wordt aan de 3 onderstaande voorwaarden:
- bij mechanisch geventileerde nieuwbouwstallen;
- voor varkens- en pluimveecategorieën waarvoor nog geen AEA-stalsystemen in bijlage I van het Ministrieel Besluit van 19/03/2004 zijn opgenomen;
- indien naast de emissie vanuit de stal nog bijkomende emissiebronnen aangepakt moeten worden (b.v. mestverwerking door middel van droging).
De gegevens uit deze studie zijn geactualiseerd tot februari 2006.