Globale impact van huishoudelijke houtverbranding

Impact huishoudelijke houtverwarming op emissies, luchtkwaliteit, gezondheid en hinder

VMM maakt jaarlijks een inschatting van de emissies naar lucht door verschillende bronnen. Voor huishoudelijke houtverwarming gebeurt de inschatting op basis van de huidige kennis van emissiefactoren, houtverbruik en samenstelling van het huishoudelijk houtpark (gebruikte toestellen).  Volgens deze emissiecijfers levert houtverwarming een significante bijdrage aan de luchtverontreiniging in Vlaanderen, met een bijdrage van (VMM, 2019)

- 28% voor PM10

- 44% voor PM2,5

- 66% voor benzo(a)pyreen

- 22% voor dioxines.

Op basis van metingen in opdracht van VMM, werd geschat dat ongeveer 1/3 van de hoeveelheid fijn stof (PM10)  in de lucht in Dessel in de winter, afkomstig was van huishoudelijke houtverwarming (Van Poppel, et al., 2016).

Deze emissies hebben een negatieve invloed op de luchtkwaliteit, vooral tijdens het stookseizoen, en hebben gezondheidseffecten tot gevolg. Uit opeenvolgende humane biomonitoringscampagnes (2002-2006, 2007-2011 en 2012-2015), uitgevoerd door het Steunpunt Milieu en Gezondheid, blijkt dat er verhoogde blootstelling is aan vervuilende stoffen in het lichaam bij het stoken van hout (zowel binnen als buiten).

Uit hinderenquetes van de Vlaamse overheid blijkt bovendien dat er een stijgende hinder is door rook uit het rookgaskanaal (inbegrepen rook van houtverwarming): het percentage mensen dat aangaf hinder te ondervinden (als antwoord op de vraag ‘Als u denkt aan de voorbije 12 maanden, in welke mate bent u gehinderd of niet gehinderd in en om uw woning door rook uit schoorstenen ?’), steeg van 4,3% in 2003 tot 5,9% in 2007, 7,4% in 2012 en 10,4% in 2017 (Departement Omgeving, 2018). 

Hout als hernieuwbare energiebron – link met klimaatopwarming

CO2 emissies uit houtverbranding ontstaan door verbranding van koolstof dat eerder uit de atmosfeer opgenomen werd en in hout werd opgeslagen, waardoor er netto geen CO2 in de atmosfeer wordt gebracht. Om deze reden wordt hout volgens de van toepassing zijnde Europese regels  als een hernieuwbare en CO2 neutrale brandstof beschouwd. Huishoudelijke houtverwarming helpt door deze benadering mee aan het bereiken van de Europese doelstellingen om tegen 2020 13% van het Vlaamse energieverbruik op te wekken uit hernieuwbare energiebronnen. Ook komt hout in aanmerking om te voldoen aan het volgens EPB verplicht minimum aandeel hernieuwbare energie voor gebouwen.

Over de klimaatneutraliteit van hout als brandstof is er momenteel veel discussie. Er loopt momenteel een rechtzaak tegen de EU over dit gehanteerde principe.

Enerzijds veronderstelt CO2 neutraliteit dat het hout afkomstig is van duurzame bosbouw, met evenwicht tussen kappen en aangroei, zodat de CO2 die vrijgesteld wordt tijdens de houtverbranding, terug wordt vastgelegd in bomen. Als er meer/sneller hout wordt gekapt dan er weer nieuw hout bijgroeit, resulteert dit in een afname van het in bossen vastgelegde koolstof, waardoor er op middellange termijn en rekenend vanaf het moment van planten, netto een toename is van CO2 in de atmosfeer. In dat geval kunnen de emissies niet als klimaatneutraal beschouwd worden.

Anderzijds bestaan er naast verwarming andere toepassingsmogelijkheden voor hout, oa als grondstof (bv. bouwmaterialen). Bij deze toepassingen blijft het CO2 langer opgeslagen in producten, waardoor er een toename is van de in de economie vastgelegde koolstof, en een afname van CO2 in de atmosfeer. Het streven naar zo hoogwaardig mogelijke toepassingen is een uitgangspunt in het milieubeleid, en kan als argument gebruikt worden om CO2 emissies uit houtverbranding niet per definitie als CO2 neutraal te beschouwen (De Bruyn, van der Veen, & Korteland, 2019). Deze visie wordt echter niet algemeen gevolgd. Ook is er een ongekende hoeveelheid  hout die (momenteel) nog niet voor andere toepassingen kan gebruikt worden omdat het niet centraal verzameld wordt om het toe te passen voor een hogere toepassing (bvb uit tuinonderhoud, onderhoud kleine privé-bossen)  of omdat het kwalitatief niet voor andere toepassingen kan gebruikt worden (bvb takkenhout).

Tot slot heeft huishoudelijke huisverbranding een belangrijke bijdrage (38%) aan de uitstoot van zwarte koolstof (black carbon – BC). BC heeft opwarmende eigenschappen door absorptie van licht en warmte maar ook indirecte koelende eigenschappen. Netto draagt het bij aan klimaatopwarming. In tegenstelling tot CO2 heeft BC echter een beperkte levensduur in de atmosfeer (enkele weken).