Lucht/geur

Bij verschillende activiteiten, zoals die plaatsvinden in een laboratorium, vinden emissies naar de lucht plaats. Naar de lucht geëmitteerde verbindingen kunnen geur-/stankoverlast voor de omgeving veroorzaken.


Vanwege de diversiteit van de experimenten worden zeer vele verschillende stoffen toegepast, zodat slechts specifieke groepen gekarakteriseerd kunnen worden. Ondanks dat weinig betrouwbare informatie beschikbaar is over totale emissies vanuit laboratoria, kan over het algemeen wel worden gesteld dat vluchtige organische stoffen (VOS) daar het grootste deel van uitmaken.


De drie hoofdbronnen van VOS die kunnen worden onderscheiden zijn:



  • reiniging van glaswerk: hiervoor worden met name aceton en ethanol gebruikt;

  • chemische basisbewerkingen: na de synthese van een verbinding wordt het reactiemengsel op verschillende manieren bewerkt om de gesynthetiseerde stof zuiver in handen te krijgen; deze bewerkingen gebeuren vaak met veel oplosmiddel;

  • open afvalvaatjes: deze containers worden gebruikt om resten van (al dan niet halogeenhoudende) organische oplosmiddelen in te verzamelen; deze vaatjes staan dikwijls open in de zuurkast.

Om het belang van VOS emissies bij laboratoria in te schatten, wordt verwezen naar een interne studie van VOS emissies van de laboratoriaruimten van VITO (2008). In paragraaf 2 van artikel 4.4.3.1. van Titel II van het VLAREM wordt voor organische componenten gesproken van een drempelwaarde van de totale massastroom van 3 kg/uur, waarboven de massaconcentratie in het afvalgas de 150 mg/Nm³ niet mag overschrijden. Uit de interne studie bleek dat de emissie van KWS een factor 20 tot 100 onder deze waarde van 3 kg/uur bleef. De impact bij de VITO laboratoria bleef dus beperkt. Dezelfde vaststelling werd ook op een bedrijfsbezoek verwoord. Deze vaststellingen kunnen niet veralgemeend worden wegens een gebrek aan voldoende data, maar kunnen wel indicatief zijn.