Vacuüm coaten

Bij vacuüm coaten wordt de lak verneveld in een vacuümkamer. Aan beide zijkanten van de vacuümkamer zit een uitsparing in de vorm van het profiel van het te lakken werkstuk. Het bakje is voor ca. 2/3 gevuld met solventvrije lak, meestal watergedragen- of UV-lak. De dikte van de laag kan worden geregeld door de grootte van de profielopening, de doorvoersnelheid van het werkstuk en de mate van vacuüm. Een grotere doorvoersnelheid van het werkstuk leidt tot een dikkere laagdikte. Meer vacuüm leidt tot een dunnere laagdikte. Het aanbrengrendement van vacuüm coaten is > 96% volgens Infomil (80 - 100 % volgens Duyck en Truyen, 2005). De overtollige lak wordt ‘afgezogen' en kan opnieuw worden gebruikt.

Deze techniek wordt in de sector van de houtverwerking in Vlaanderen, tot op heden, niet toegepast.