Zeven, bufferen en doseren

Zeven

Na de voorbehandeling worden de verwarmde primaire materialen via de warme ladder naar het zeefhuis getransporteerd. Deze warme ladder is een transportsysteem dat geheel of bijna geheel horizontaal staat en volledig afgesloten is van de buitenlucht.

In de zeefinrichting, het zogenaamde zeefhuis, worden de materialen via trilzeven gescheiden in een aantal fracties. Er zijn meestal 3 of 4 zeven, met een overloop naar de volgende zeef, om te zorgen voor een juiste massadosering. De maaswijdte van de zeven is meestal iets groter dan die van zeven voor analyses (zie paragraaf 3.1.1), bv. 3-8-15 en 25mm. Samen met de hoeveelheid materiaal, bepaalt de maaswijdte de uiteindelijke korrelgrootte van de afgezeefde fracties.

Het zeefhuis is aangesloten op de ontstoffingsinstallatie (zie paragraaf 3.3.3). Het zeefhuis moet zo trillingsvrij mogelijk worden aangesloten op het frame om de weeginstallatie niet te beïnvloeden.

Bufferen

Onder de zeven bevinden zich de warme voorraadsilo’s, waarin de gezeefde materialen worden opgeslagen. Deze silo’s dienen als buffer voor de weeginstallatie. Ze moeten daarom zo gedimensioneerd worden dat de doseerinrichting niet moet wachten op granulaten. Het is mogelijk om 2 straten voorraadsilo’s te voorzien. Op die manier kan men materiaal voor verschillende mengsels gescheiden houden en bij overschakeling vermijden om leeg te moeten draaien.

Onder de voorraadsilo’s zijn kleppen gemonteerd die aangestuurd worden naar de behoefte van de weeginstallatie.

Doseren

Afhankelijk van het type mengsel moeten volgens een ‘recept’ de juiste hoeveelheden materialen afgewogen worden. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de gewenste temperatuur van het uiteindelijke asfaltmengsel, de bitumentemperatuur en de temperatuur van de (niet verwarmde) vulstof.

De doseerinrichting bestaat uit verschillende weegbakken, één voor steenslag en zand, één voor vulstof(fen) en in vele gevallen één voor asfaltgranulaten. Het bitumen wordt in massadelen of volumetrisch gedoseerd.

Moderne menginstallaties worden automatisch gestuurd door een centrale computer.

Figuur 14: Zeven, bufferen, doseren (Leyssens, Verstappen, & Huybrechts, 2013)

Milieuaspecten

Luchtemissies (stof, VOS, PAK), geurhinder, energie, geluid. (Leyssens, Verstappen, & Huybrechts, 2013)