Teeroliën (tar oils, TO)

Productkarakterisatie en samenstelling

Teeroliën zijn distillatieproducten van steenkoolteer, met een benaderend kookpuntsbereik tussen 200 en 400°C. Ze vormen een variabel mengsel van koolwaterstoffen (KWS), teerzuren en -basen, met polyaromatisch profiel (PAK).

Twee productgroepen voor houtverduurzaming worden onderscheiden, enerzijds de creosoten met WEI [1]-types, anderzijds de creosoten met AWPA [2]-types.

In NEN 13991 [3], welke de status heeft van een Belgische norm, zijn de specificaties van de verschillende types WEI creosoot (A,B,C) weergegeven (zie onderstaande tabel).

In België (Europa) is het gebruik van WEI type A creosoot verboden (zie ‘REACH-verordening’ onder paragraaf 2.4.4 ‘Europese regelgeving en beleid’). Het enige bedrijf dat in Vlaanderen nog creosoteert, gebruikt hiervoor het type C creosoot. Carbonileum wordt in Vlaanderen niet meer gebruikt voor houtverduurzaming.

In de Tabel hieronder worden verschillende WEI types creosoot met elkaar vergeleken.

Tabel: Specificaties van de WEI types creosoot uit NEN 13991 (Bron: NEN 13991)

Houtbehandeling en toepassing

Creosoten worden steeds onder vacuümdrukbehandeling bij verhoogde temperatuur (105°C) in hout geïmpregneerd (industrieel). Carbolines werden meestal door aanstrijken in/op het hout gebracht (do-it-yourself) maar zijn sinds enkele jaren niet meer op de markt verkrijgbaar.

Beide productgroepen zijn/waren in België echter slechts toegelaten voor gebruik buitenshuis.

Voor- en nadelen

Belangrijkste voordelen van teeroliën zijn hun all round efficaciteit (fungicide en insecticide werking) en hun lage kostprijs, wat opnieuw hun decennialang doeltreffend gebruik verklaart. Daarnaast zijn hun waterwerend en niet corrosief karakter gegeerde eigenschappen voor houtverduurzamingsmiddelen.

Nadelen zijn echter de (sterke) geurhinder van het WEI type B creosoot (type C veroorzaakt geen noemenswaardige geurhinder), het vettig en soms bloedend hout en het feit dat geen aansluitende oppervlaktebehandeling mogelijk is.

Milieuproblematiek

Naast de (sterke) geurhinder van het WEI type B creosoot, vormen ook de emissies van PAKs tijdens opslag, gebruik en afvalfase een belangrijk probleem.

De PAKs-problematiek van de houtverduurzaming is in Vlaanderen intussen echter grotendeels gesaneerd. De redenen hiertoe zijn de volgende:

  • Het enige Vlaamse bedrijf dat momenteel nog creosoot gebruikt, voert dit (sinds 2003) uit in een vacuümdrukinstallatie met naverbrander.
  • Dit bedrijf gebruikt enkel creosoot type C dat een laag naftaleengehalte heeft (ook een laag VOS-gehalte).
  • Carbonileum wordt in Vlaanderen niet meer gebruikt voor houtverduurzaming.

Perspectieven

Creosoteren is een houtverduurzamingstechniek die nog steeds zijn toepassing zal vinden. Voor bepaalde toepassingen vormt creosoteren momenteel nog steeds het enige alternatief (b.v. voor palen ter ondersteuning van bomen, …).

 


[1]   WEI: West European Institute for Wood Preservation.

[2] AWPA: American Wood Preservers Association.

[3] NEN 13991: Afgeleide producten van steenkoolpyrolyse – Op steenkoolteer gebaseerde oliën: creosoot – Specificaties en beproevingsmethoden.