Nabehandeling

De hoger opgesomde milieupunten vatten echter slechts een deel van de verduurzamingshandelingen en het -resultaat samen. Aan de meeste verduurzamingsprocessen dient een nabehandelingsfase gekoppeld te worden, waardoor het finale product ‘behandeld hout’ een sterk gewijzigd milieuprofiel meekrijgt.

Bij oppervlaktebeschermingstechnieken zoals het bestrijken en het besproeien gebeurt geen specifieke nabehandeling.

Na dompelen en drenken volgt afhankelijk van het gebruikte product een nabehandelingsfase die o.w.v. praktische redenen steeds weinig proces-intensief is. Voor anorganische zout is natuurlijke fixatie courante praktijk. Tijdens de natuurlijke fixatie wordt het (vers) behandeld hout opgeslagen gedurende een periode van 2 tot 6 weken (seizoensafhankelijk). In deze rusttijd komen productverliezen naar water en bodem slechts beperkt voor, of zijn volkomen uitgesloten wanneer de opslag respectievelijk onder afdak (afgeschermd van hemelwater) en op verharde ondergrond gebeurt. Solventgedragen producten en watergedragen emulsies vereisen geen specifieke nabehandeling; hier gaat het eerder om een droogproces. In geval solventgedragen producten treden minimale VOS-emissies op bij eventuele opslag op de werf; in geval watergedragen emulsieconcentraties zijn de emissies naar bodem (en water), net als bij de watergedragen mengzoutsystemen, ook eerder beperkt.

Het trekken van een navacuüm op vers geïmpregneerd hout (diepimpregnatie) maakt inherent deel uit van het impregneerproces zoals toegepast in dubbelvacuüm- (solventgedragen producten en emulsies) en vacuümdruktechnieken (anorganische zouten, emulsies en creosoot). Deze nabehandelingstechniek vergt energie en kan in geval watergedragen anorganische zouten en watergedragen emulsie-concentraten in beperkte mate bodem (en water) verontreinigen. Na impregnatie met anorganische zouten kan zowel een natuurlijke als een stoomfixatie volgen, wat bedrijfsafhankelijk is. Het grootste milieunadeel van stoomfixatie is het energieverbruik; verder treedt ook in zekere mate waterverontreiniging op (wordt meestal gerecupereerd). Voor solventgedragen producten dienen hier opnieuw de VOS-emissies naar lucht vermeld te worden.

De milieu-impact van het nabehandelde hout is minimaal.