Technieken voor aanbrengen van houtverduurzamingsmiddelen
Bij gebruik van hout als bouw- of constructiemateriaal steunt een doeltreffende bescherming op drie pijlers: de eerste is een natuurlijke bescherming en veronderstelt een verantwoorde keuze van de te gebruiken houtsoorten op basis van hun intrinsieke natuurlijke duurzaamheid en dit in functie van het vooropgestelde toepassingsdomein of de gebruiksklasse. Informatie hierover kan gevonden worden in Europese normdocumenten EN 350 (1994-Natuurlijke duurzaamheid) en EN 460 (1994- Keuze van duurzaamheid in functie van gebruiksklasse).
De tweede vorm van bescherming is bouwkundig en is gesteund op architecturale, constructieve en materiaaltechnische concepten en uitvoeringen. Zo kan het gebruik van voorgedroogd hout op een vochtgehalte dat in evenwicht is met het plaatsingsmilieu, en het treffen van maatregelen ten einde het hout droog te houden, in talrijke toepassingen de problemen van houtaantastingen sterk verminderen en soms zelfs tot nul herleiden. Analoge resultaten kunnen bekomen worden door bv. goede design en profilering van houten vensterramen en de correcte toepassing van het dampschermprincipe. Dit bewijst dat houtbescherming begint op de tekentafel van de architect.
Wat echter ook de bouwkundige zorg is die men aan een constructie besteedt, het gevaar voor biologische degradaties, vooral voor insectenaantasting, kan niet altijd volledig worden uitgesloten. Het hedendaags meer verbreid gebruik in Europa en in ons land van minder duurzame inheemse naaldhout- en loofhoutsoorten brengt met zich ook mede dat alleen op basis van houtsoortkeuze en bouwkundig concept het aantastingsrisico in een aantal toepassingen onvoldoende geweerd wordt, zodat hier dan ook terecht beroep wordt gedaan op een chemische houtbescherming.
Net als voor de houtverduurzamingsproducten is er ook voor de behandelingsprocessen
een ruim aanbod aan technieken naargelang het potentieel gevaar op houtaantasting. Ook het bedrijfsbeleid, economische en milieubewuste overwegingen en de productkeuze spelen een doorslaggevende rol bij de keuze van het type behandelingsproces.
A.d.h.v. de gebruiksklasse wordt bepaald met welk product en met welke techniek (proces) het hout behandeld dient te worden om een optimale bescherming te bieden tegen biologische aantasting.
De verduurzamingsprocessen worden meestal gerangschikt (ingedeeld) volgens toenemende graad van behandeling. Dit gaat van oppervlaktebeschutting (geen indringing vereist), over randbeschutting (indringdiepte < 2 mm) en diepe bescherming (indringdiepte > 3 à 4 mm) naar volle beschutting (volledige doordringing van het spint). Daarnaast wordt onder deelbeschutting de plaatselijke verduurzaming van onderdelen met speciaal gevaar voor aantasting verstaan, terwijl nabeschutting de curatieve behandeling van verbouwd hout omvat.
De diverse behandelingstechnieken van hout zijn echter vooral gericht op preventieve verduurzaming; op het verlengen van de levensduur van hout als (constructie) materiaal.