Beschermingstechnieken met matige dieptewerking
Proceskarakterisatie
Dompeling of drenking met een duur variërend tussen respectievelijk een aantal minuten en enkele uren resulteert in een verduurzamingsbehandeling met indringingsdiepte tot 4 mm en meer, afhankelijk van de houtsoort, de houtdimensies en het vochtgehalte.
Bij verduurzaming door dompeling wordt het hout bij voorkeur horizontaal geheel in het verduurzamingsmiddel gebracht en gedurende een bepaalde tijd onder het vloeistofpeil gehouden.
De werkwijze bij het dompelen is als volgt:
- het hout wordt opgestapeld;
- het opgestapelde hout wordt in de dompelbak gebracht en vastgezet tegen opdrijven;
- na de noodzakelijke dompeltijd wordt het hout uit de dompelbak gehaald;
- gedurende ten minste tien minuten blijft het hout boven de dompelbak of een afdruipplaat om uit te druipen.
De dompelbak moet regelmatig worden leeggemaakt om het slib, bestaande uit vuil, houtstof en dergelijke, te verwijderen.
Voor- en nadelen
Dompelingstechnieken kennen vele voordelen, voornamelijk op economisch en praktisch vlak. Door de eenvoudige apparatuur zijn de investeringen weinig kapitaalintensief. Bovendien is deze behandelingsmethode in principe geschikt voor alle verduurzamingsmiddelen.
Als belangrijkste nadeel echter geldt de controle op dergelijke processen, zowel naar de feitelijke duur van de drenking toe (en bijgevolg de bereikte productopname) als naar de nazorg besteed aan versgedrenkte partijen hout; meer specifiek het afdruipen, vervoeren en verhandelen van nat hout. Daarenboven zijn drenkbakken totnogtoe veelal open vloeistofreservoirs waarbij het VOS-aspect in geval van solventgedragen producten niet onderschat mag worden.
Perspectieven
Analoog aan de producten zijn in dit technisch luik grondige milieuevoluties aan de gang. Controle op de procesuitvoering wordt tegenwoordig strikter nagevolgd en is voor BVHB-gehomologeerde producten gebaseerd op laboratoriumdrenkproeven. Een ruwe indeling van productafhankelijke drenkklassen werd ingevoerd, met arbitraire grenzen bij 3 minuten (T1), 15 minuten (T2) en >1 uur dompelen (T3). Hieruit mag opnieuw de sterke link tussen product en proces in de houtverduurzaming duidelijk worden.
Zoals ook onder ‘Houtverduurzamingsmiddelen’ aangehaald, worden solventgedragen producten in België voor de industriële houtverduurzaming nog maar weinig meer toegepast. (voornamelijk voor het verduurzamen van ramen en deuren).
Er zijn echter nog vele drenkingsstations waar watergedragen houtverduurzamingsmiddelen worden gebruikt.
Als proces is het dompelen en drenken een eenvoudige techniek die echter minder controleerbaar en beheersbaar is dan dan het verduurzamen onder vacuüm en druk. Opwaardering van de dompeltechniek door strakkere controle biedt een waardig alternatief. Hierbij moet de milieunadruk vooral worden gesitueerd bij het beëindigen van de drenking. Afdruiprichels, afvoergoten en vergaarbakken voor vloeistoffen, al dan niet met terugvoer van het verduurzamingsmiddel (mits zuivering) naar de voorraadtank, zijn naast de absolute noodzaak tot verharding van de ondergrond en het werken onder afdak, de belangrijkste (en economisch haalbare) na te streven milieu-investeringen.