Oppervlaktebeschermingstechnieken

Proceskarakterisatie

Oppervlaktetechnieken omvatten processen met randbescherming (indringdiepte < 2 mm), zoals aanstrijken, besproeien en korte dompeling (< 1 min; dipping), een enveloppetechniek die oppervlakkige beschutting beoogt en best op professioneel-industrieel niveau plaatsvindt. Ook sproeitechnieken situeren zich voornamelijk op het professionele gebruiksniveau, bv. voor afwerkingsproducten (beschermende grondlagen) in het atelier van de schrijnwerker. Het aanstrijken daarentegen is een typische do-it-yourself activiteit, zowel geldig voor preventieve als voor curatieve bescherming. De beperkte indringing van het product, wordt bereikt door de capillaire werking van het hout.

Voor- en nadelen

De toegankelijkheid en het snelle resultaat van oppervlaktetechnieken zijn duidelijke voordelen van dergelijke processen. Toch is dit resultaat weinig doeltreffend en heeft het bijgevolg een eerder tijdelijk beschermingskarakter. Gezien een voldoende diepe en homogene indringing van de producten in (droog) hout werd vereist, bleef deze techniek lange tijd beperkt tot solventgedragen producten. Ontwikkelingen op productniveau hebben echter geleid tot emulsie-formuleringen met vergelijkbaar hoog penetrerend vermogen, waardoor ook deze middelen met oppervlaktebehandelingstechnieken kunnen ingezet worden (ook bij vochtig hout). Deze technieken worden zowel preventief als curatief toegepast.

Om reden van uitdrukkelijk verbod door de Hoge Gezondheidsraad worden echter geen concentraat-producten (waarbij de verdunning tot gebruiksoplossing door de consument zelf moet gebeuren) toegelaten op de do-it-yourself markt.

Perspectieven

Het belang van aanstrijken voor de do-it-yourselver en van sproeitunnels of spuitcabines in een meer industriële omgeving (voornamelijk schrijnwerk, ramen, kozijnen) wordt algemeen verwacht groot te blijven. Zowel het aanstrijken als het spuiten en sproeien worden in België veelvuldig toegepast. In België worden geen dompeltijden korter dan 3 minuten meer goedgekeurd op ATG-niveau (m.a.w. voor BVHB-gehomologeerde producten). De in België toegelaten producten zonder homologatie of ATG-certificaat, kunnen in principe nog steeds via dipping in hout gebracht worden.