Veiligheidsaspecten
Het voornaamste veiligheidsrisico in laboratoria zijn de gebruikte en opgeslagen chemicaliën. De keuze van chemicaliën bepaalt in grote mate de mogelijke milieu-impact, zowel op gebied van afvalwater, lucht, bodem als afvalstoffen
Verschillende soorten chemicaliën worden in laboratoria gebruikt en opgeslagen. Deze stoffen kunnen bij verkeerde opslag, bij verkeerd gebruik of het verkeerdelijk verwijderen in het milieu terecht komen.
Brand kan ontstaan wanneer een brandbare damp ten minste plaatselijk is verhit tot boven zijn zelfontbrandingstemperatuur (laagste temperatuur waarbij een stof onafhankelijk van de verwarmings- of ontstekingsbron tot verbranding kan worden gebracht). Voorbeeld van een stof met een lage zelfontbrandingstemperatuur is ether. Stoffen als witte fosfor en fijnverdeelde metaalpoeders hebben een zodanige lage zelfontbrandingstemperatuur dat deze reeds bij kamertemperatuur spontaan aan lucht kunnen ontbranden.
Ook combinaties van stoffen kunnen een verhoogd brandgevaar opleveren. Voor veel combinaties van stoffen is dit bekend.
Gevaarlijke stoffen worden in laboratoria veelvuldig gebruikt en opgeslagen. Tevens komen gevaarlijke stoffen vrij als afvalstoffen.
Bij de aan- en afvoer van chemicaliën kunnen verontreinigingen in het milieu terecht komen als gevolg van onzorgvuldig handelen.