Afvalwater

De belangrijkste afvalwaterstroom van een carwashinstallatie bestaat uit het vervuilde waswater.  Wanneer het vervuild waswater niet hergebruikt wordt, dient het volledig geloosd te worden. Dit gebeurt normaliter via een slibvang en KWS-afscheider. 

Opgemerkt wordt dat bedrijven die hun vrachtwagens zelf reinigen door middel van hogedrukapparatuur, of die dit laten doen door een bedrijf dat gespecialiseerd is in mobiele truckwash, niet steeds beschikken over de nodige infrastructuur (wasvloer, slibvang en KWS-afscheider) om het waswater op te vangen en passend te behandelen. Dit betekent dat het waswater in deze gevallen veelal nog zonder enige behandeling geloosd wordt[1] (Service Station, november 2001; Heylen, 2002).  

Het volume afvalwater ligt iets lager dan het netto waterverbruik van de carwashinstallatie (grond-, leiding- en regenwater). Dit is te wijten  aan verliezen van water door verdamping en meesleping met de gewassen voertuigen. Deze verliezen worden voor een carwash geschat op minder dan 10 l per gewassen voertuig, en voor een truckwash op 25 tot 35 l.

Waterhergebruik kan tot een vermindering van het te lozen volume leiden, maar wordt in de carwashsector in Vlaanderen op dit moment nog maar in beperkte mate toegepast. De mogelijkheden hiertoe worden uitgebreid besproken in Beschikbare Milieuvriendelijke technieken.

In installaties waar het water voor de naspoeling onthard wordt door ionenwisseling en/of omgekeerde osmose, ontstaat nog een tweede afvalwaterstroom, nl. het regeneratiewater van de ionenwisselaar (tenminste als de regeneratie ter plaatse gebeurt) en/of het restwater (brijn) van de omgekeerde osmose (Voesten, 2000). 

Het afvalwater, rechtstreeks afkomstig uit het carwashproces, is moeilijk definieerbaar. Het varieert sterk in samenstelling. Deze samenstelling is afhankelijk van volgende factoren (van der Werf, 2000; Peys, 2001, Nordic Ecolabelling, 2000):

  • locatie van de carwash (stedelijk of platteland);
  • seizoen (zomer of winter/oogstseizoen of strooizout);
  • tijdstip (b.v. piekbelastingen op zaterdag).

Ter illustratie van de sterke variatie worden in volgende tabellen een aantal meetgegevens weergegeven.

Tabel: Vergelijking samenstelling huishoudelijk en carwash afvalwater (van der Werf,  2000)

De cijfers in Tabel 'Vergelijking samenstelling huishoudelijk en carwash afvalwater' zijn gebaseerd op analyses van watermonsters (schepstalen) van 6 verschillende carwashinstallaties, waarvan drie installaties uit een stedelijk gebied en drie van het platteland. De staalnames zijn gebeurd in de winterperiode. De waterstalen zijn genomen vóór de slibvang/KWS-afscheider.

In Vlaanderen zijn slechts weinig meetresultaten beschikbaar van carwashes. Vier dossiers werden in de VMM-databank geïdentificeerd. Deze vier bedrijven zijn rioollozers. Volgende tabel 'Beschikbare resultaten Vlaamse carwashes, aan lozingspunt' geeft de resultaten voor het jaar 2000 weer. Er kan opgemerkt worden dat de resultaten slechts een beperkte variatie over de verschillende jaren vertonen.

Tabel: Beschikbare resultaten Vlaamse carwashes, aan lozingspunt (VMM, 2000)

 


[1] Dit is niet conform de vigerende milieureglementering. Elk bedrijf op wiens terrein voertuigen gewassen worden, al dan niet door een externe firma, dient immers vergund te zijn onder Vlarem rubriek 15.4 (versie op datum van schrijven) (huidige versie), alsook onder rubriek 3.1 indien het waswater ter plaatse wordt geloosd. Dit betekent dat het bedrijf de nodige voorzieningen moet treffen opdat voldaan zou zijn aan de van toepassing zijnde milieuvoorwaarden. Ondermeer moet het wassen gebeuren op een vloeistofdichte vloer of voorziening en moet het geloosde afvalwater voldoen aan de algemene lozingsvoorwaarden.