Afvalwaterbehandeling

Het afvalwater van een vatenreinigingsbedrijf bestaat hoofdzakelijk uit afvalwater van de eigenlijke vatenreiniging (hoofdzakelijk afgewerkte loogbaden en spoelwaters), alsook verontreinigd hemelwater (bv. afkomstig van terreinen waar vaten worden gemanipuleerd). Een bijzonder geval wordt gevormd door het hemelwater afkomstig van vatenopslagterreinen (in geval van niet-overdekte opslag). Dergelijk hemelwater kan verontreinigingen bevatten, bv. door het meespoelen van stofrestanten uit defecte of slecht gesloten vaten, en omdat de vaten soms ook uitwendig, met name bij de vuldop, verontreinigd zijn. De verontreinigingsaard en -graad van de afvalwaters is zeer divers.

Het afvalwater wordt gezuiverd, of, in functie van zijn verontreinigingsgraad, afgevoerd naar een vergund verwerker, al dan niet na voorbehandeling.

Om het watergebruik en het volume afvalwaters te beperken, kan gebruik gemaakt worden van waterhergebruik en van cascade-tegenstroom spoeltechnieken. Meer informatie hierover wordt gegeven in hoofdstuk 4.

Bronnen beschrijving van procesvoering:

  • (Coördinatiecommissie Uitvoering Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren (CUWVO), 1993)
  • (Huybrechts, Vercaemst, & Dijkmans, 2003)