Beperking van geleide emissies

Beschrijving

Als de geleide VOS-emissies de emissiegrenswaarden uit de sectorale milieuvergunningsvoorwaarden (hoofdstuk 5.4 en 5.59 van VLAREM II) overschrijden, dienen deze emissies nabehandeld te worden.

De nabehandelingsinstallatie kan tijdens het opstarten en stilleggen draaiende gehouden worden zodat de emissies verder onschadelijk gemaakt kunnen worden.

Voor batchprocessen is het in de regel moeilijk om de gasvormige afvalstroom te regelen en zodoende uitstootpieken en -dalen tot een minimum te beperken. Het functioneren van een gasverzamelsysteem kan een gelijkmatiger toevoer naar de gasbehandelingsuitrusting gemakkelijker maken. Pieken van verontreiniging kunnen weggewerkt worden door een strikte planning van de bepaalde producties.

De voor- en nadelen van verschillende reductiemaatregelen zijn in Tabel 1 weergegeven. Voor een uitgebreide beschrijving van deze technieken verwijzen we naar de Gids Luchtzuiveringstechnieken (LUSS).

Tabel 1. Overzicht van de voor- en nadelen van enkele nageschakelde reductiemaatregelen (Lodewijks et al., 2003)

Reductiemaatregel Voordelen Nadelen
Condensatie
  • compacte technologie
  • onafhankelijk van type NMVOS, zowel geschikt voor mengsels als voor zuivere producten
  • gecondenseerde NMVOS ondergaan geen decompositie door de lagere temperaturen
  • solventen kunnen vaak direct gerecupereerd worden
  • condensatie brengt ook koeling met zich mee, zodat aparte koelinstallaties kleiner kunnen zijn
  • warmterecuperatie is mogelijk
Minder geschikt als:
  • de te condenseren producten sterk verdund zijn
  • een groot gasdebiet moet behandeld worden
  • de producten stollen tijdens de condensatie
  • zo goed als onmogelijk om solventmengsels selectief te laten condenseren
  • veel waterdamp in gasstroom aanwezig is
Adsorptie
  • simpele en robuuste technologie
  • goedkoper dan absorptie
  • goede reinigingsrendementen kunnen bekomen worden
  • aangepast voor afvalgassen met fluctuerende NMVOS-concentraties
  • zeer geschikt voor gechloreerde en gefluoreerde KWS, die niet verbrand mogen worden
  • rotation adsorber: lage investeringskost, lage operationele kost, weinig plaats nodig
  • niet geschikt voor NMVOS die polymeriseren (vb. styreen)
  • algemeen: hoge investerings- en operationele kost
  • solventen met hoge polariteit (bv. methanol) of een hoge reactiviteit (bv. cyclohexanone) vermijden
  • wateroplosbare solventen (vb. aceton, alcohol) moeten nabehandeld worden
  • stof en verfnevel kunnen de poriën verstoppen
  • fixed bed: proces in discontinu, corrosieproblemen vanwege temperatuurveran-deringen
Absorptie
  • toepasbaar bij zeer hoge NMVOS-concentraties in het afvalgas (> 50 g/m³), zowel voor mengsels van anorganische en organische producten
  • zeer hoge efficiëntie toepasbaar bij fluctuerende afvalgascondities
  • geen probleem met polymeriserende componenten
  • afvalgas verzadigd met water vormt geen probleem
  • ontvlambare mengsels vereisen geen speciale behandeling
  • zorgt tevens voor koeling van gassen
  • hogere investeringen dan voor adsorptie
  • installaties relatief complex, moeilijker te implementeren in bestaande installaties
  • solventmengsels zijn moeilijk te recupereren
  • installatie is solventspecifiek en moet aangepast worden bij verandering van het proces
  • afvalwater moet nabehandeld worden
Thermische verbranding
  • grote toepasbaarheid wat betreft gasdebiet, componenten die verwijderd moeten worden
  • ongevoelig voor concentratie-fluctuaties
  • stoomproductie en warmte-recuperatie drukken energie-verbruik
  • lage investeringskost
  • recuperatieve systemen bereiken snel de werkingstemperatuur
  • bij hoge NMVOS-concentraties (> 6 gC/Nm³) kan de verbranding autotherm verlopen
  • hoge operationele kosten door hoog brandstofverbruik als geen warmterecuperatie en bij lage NMVOS-concentraties
  • hoge werkingstemperatuur hypothekeert levensduur installatie
  • niet geschikt voor gehalogeneerde KWS
  • N- en S-bevattende organische producten moeten na verbranding nabehandeld worden m.b.v. een scrubber
Katalytische verbranding
  • geschikt voor solventmengsels
  • installatie is kleiner dan voor thermische verbranding en zeer betrouwbaar
  • lagere werkingstemperatuur dan bij thermische verbranding, dus minder brandstofverbruik, dus lagere energiekosten
  • minder onderhoud dan voor thermische verbranding
  • stoomproductie en warmte-recuperatie
  • CO wordt direct omgezet tot CO2 in katalysator
  • toepasbaarheid kleiner vanwege de mogelijkheid tot vergiftiging van de katalysator (vb. polymeren, as, halogenen, silicium, fosfor, zwavel, zware metalen, …), stof moet verwijderd worden
  • gehalogeneerde en S- of N-bevattende KWS moeten na verbranding door de scrubber
  • bovenlimiet NMVOS moet bepaald worden om te grote temperatuurstijging te voorkomen vanwege de oxidatiereactie
  • katalysator moet van tijd tot tijd vervangen worden, zelfs zonder aanwezigheid van gifstoffen
Biofiltratie
  • simpele constructie
  • vooral geschikt voor grote gasdebieten met een lage concentratie aan NMVOS
  • lage drukval na reactor
  • efficiëntie van 95-100% is haalbaar
  • investeringskost lager t.o.v. katalytische verbranding, maar gelijkaardig aan thermische verbranding
  • meestal groot oppervlak vereist, behalve voor getrapte filters
  • zuurstof- en voedselvoorziening moeten gegarandeerd worden, dus vooral geschikt voor continu werking
  • moeilijk aan te passe n aan werkomstandigheden, niet geschikt voor sterk wisselende gascondities
  • werkingstemperatuur binnen nauw venster: 10 – 60°C
  • intermediaire afbraak-producten kunnen voorkomen
  • vorming van voorkeur-kanalen in filter, zodat droge gebieden ontstaan waar geen afbraak plaatsvindt
Bioscrubbing
  • goede procescontrole
  • geschikt voor hoge concentraties
  • goede processtabiliteit
  • pH en voedingsstoffen kunnen gemakkelijk gecontroleerd worden
  • hoge investerings- en operationele kost
  • lage reactiesnelheid
  • regelmatig zuiveren van biotricklingfilters is vereist, vanwege aanmaak biomassa
Foto-oxidatie
  • geschikt voor continue en batch processen
  • geen reagentia nodig en geen afvalwater

 

  • efficiëntie niet altijd gewaarborgd
  • gevoelig voor vocht en stof

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een veel gebruikte nabehandelingstechniek is een naverbrander. Om oplosmiddelen te verbranden zonder emissie van ongewenste stoffen dient het verbrandingsproces bij 700 tot 750°C plaats te vinden. De oplosmiddelinhoud van de lucht is nooit zo hoog dat deze temperatuur zonder hulpmiddelen bereikt kan worden. De eenvoudigste methode van naverbranden is om een grote hoeveelheid brandstof toe te voegen (thermische naverbranding). Hiermee wordt echter veel energie verbruikt. Om het energieverbruik te beperken zijn er verschillende oplossingen, zodat er verschillende soorten naverbranders op de markt zijn (voor een volledig overzicht, zie de Gids Luchtzuiveringstechnieken):

Thermische recuperatieve naverbranders: De vereiste temperatuur wordt met brandstof bereikt. Op energie wordt bespaard door met de hete uittredende gassen de koude toegevoerde lucht voor te verwarmen. Een grote lucht-lucht warmtewisselaar is onderdeel van dergelijke naverbranders. Ondanks de warmtewisselaars is meestal nog toevoeging van energie nodig.

Katalytisch: Met behulp van katalysatoren wordt de vereiste verbrandingstemperatuur verlaagd tot bijvoorbeeld 400 °C. Daar is minder brandstof voor nodig dan voor 750 °C. Draagt men bovendien warmte over van de uittredende gassen naar de toegevoerde lucht, dan gebruikt de combinatie minder energie dan de thermische recuperatieve naverbrander (katalytisch recuperatief).

Regeneratief: In z’n eenvoudigste vorm kent deze naverbrander twee keramische bedden en een daar tussen gelegen verbrandingskamer. De te behandelen luchtstroom gaat eerst door het eerste bed, dan door de verbrandingskamer en tot slot door het tweede bed naar de schouw. De hete gassen uit de verbrandingskamer verhitten het tweede keramisch bed. Dit neemt na enige tijd de verbrandingstemperatuur aan. Is dat punt bereikt, dan wordt de stroomrichting omgedraaid: de te behandelen lucht gaat eerst door het heet geworden bed, wordt daar voorverwarmd en koelt intussen dat bed af. Het gaat dan door de verbrandingskamer en verhit daarna het eerder afgekoelde bed. Als het nodig is kan dit systeem zo worden ingericht dat stromen met 1 tot 1,5 gram/m³ kunnen worden verbrand zonder toevoeging van brandstof. Dit proces kan ook in combinatie met een katalysator (katalytisch regeneratief).

Er kunnen actiefkoolbedden gebruikt worden om organische belastingen te bufferen voor behandelingsvoorzieningen zoals biologische filters. Het bed adsorbeert organische verbindingen op momenten van hoge concentraties en desorbeert verontreinigende stoffen op momenten van lage concentraties, waardoor overbelasting van biofilters voorkomen wordt. Voor meer informatie wordt opnieuw verwezen naar de Gids Luchtzuiveringstechnieken (LUSS).

Toepasbaarheid

Als de VOS-emissies na het toepassen van de preventieve maatregelen 100 mgC/Nm³ overschrijden, kan een nageschakelde techniek toegepast worden. Om nabehandeling efficiënt te kunnen toepassen moet er sprake zijn van een noemenswaardige geleide emissie. Bij lage geleide emissies is de kostenefficiëntie niet gegarandeerd (bv. aardgas toevoegen om installatie in gang te houden, en dit voor een kleinere VOS-reductie).
Op dit moment worden volgende nageschakelde technieken toegepast in de sector: actief koolfiter, biofilter, thermische, katalytische en regeneratieve naverbrander (VITO-enquête, 2012).

Milieuaspecten

De luchtverontreiniging door VOS-emissies wordt door de nageschakelde techniek beperkt tot onder de emissiegrenswaarden. Er kunnen wel extra afvalstoffen gecreëerd worden (gebruikt actief kool, biobed). Er is ook een hoger energieverbruik.

Financiële aspecten

Een nageschakelde techniek ter bestrijding van VOS-emissies vergt een grote investeringskost (verbrander vanaf ca. 200.000 euro; leveranciersinfo). Voor een overzicht van de financiële aspecten verwijzen we naar de Gids Luchtzuiveringstechnieken.

 

Referenties

Lodewijks P., Van Rompaey H. & Sleeuwaert F. (2003)VOS-emissies naar de lucht bij de productie en het industrieel gebruik van coatings, inkt en lijm in Vlaanderen - Evaluatie reductiepotentieel en implementatie van de Europese Solventrichtlijn 1999/13/EG., in opdracht van LNE (toen Aminal), uitgegeven door VITO i.o.v. LNE.
Toon enkel technieken...
Aspecten
...op...
Beste beschikbare techniek
Milieuvriendelijke techniekTechnische aspectenMilieuaspectenBBT
BewezenAlgemeen toepasbaarInterne veiligheidKwaliteitGlobaal - technischWaterverbruikAfvalwaterLuchtAfvalEnergie - elektriciteitsverbruikChemicaliënGlobaal - milieuEconomisch
Beperking van geleide emissiesJa
  • Legende
  • ++
    Zeer positief effect
  • +
    Positief effect
  • 0/+
    Mogelijk positief effect
  • +/-
    Enerzijds negatief, anderzijds positief effect
  • 0/-
    Mogelijk negatief effect
  • 0/--
    Mogelijk zeer negatief effect
  • -
    Negatief effect
  • --
    Zeer negatief effect