De gebruikte machines

Droogkuismachines kenden een sterke evolutie in de tijd. De ‘European Chlorinated Solvents Association (ECSA)’ onderscheidt 5 generaties van PER-machines. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verschillende generaties. De belangrijkste verbeteringen per generatie zijn in het groen weergegeven en worden vervolgens onder de tabel verder besproken. De verbeteringen zijn vaak gelinkt aan de wijzigingen in de Duitse 2nd BlmSchV wetgeving (zie 'Wetgeving andere Europese landen' in de BBT studie voor de droogkuissector, 2019 ).

Tabel: Overzicht van de generaties (PER) machines (ECSA, 2017)

 

De verbeteringen per generatie:

2de generatie

  • 1 machine die reinigen en drogen combineert: bij de aparte machines is er een manuele transfer van het met oplosmiddel beladen textiel nodig van de reinigingsmachine naar de droogmachine waardoor er een hoge blootstelling aan PER is voor de werknemers.

3de generatie

  • Diepkoeling (-15°C): dit proces vergt geen koelwater meer en de temperatuur waarop de condensatie gebeurt is veel lager waardoor veel minder restanten van het oplosmiddel in de drooglucht aanwezig blijven.
  • Externe nabehandeling van de drooglucht: de drooglucht wordt gezuiverd met een actief koolfilter alvorens hij terecht komt in de werkruimte.

4de generatie

  • Diepkoeling (-20°C) en gesloten droogcyclus: de drooglucht passeert herhaaldelijk door het diepkoelaggregaat waardoor een nog grotere fractie van het aanwezige oplosmiddel kan gerecupereerd worden.
  • Ontluchten van de machine naar de omgeving komt niet meer voor, hierdoor komt er geen drooglucht met PER meer in de omgevingslucht terecht.

5de generatie

  • Actief koolfilter geïntegreerd in droogcyclus: actief koolfilter reinigt de drooglucht in de machine.

Naast deze verbeteringen beschikken nieuwe machines ook over:

  • Een vergrendeling van de laaddeur, speldenvanger en pluizenfilter tot de droogcyclus volledig is beëindigd (en het oplosmiddel maximaal uit de drooglucht verwijderd is);
  • Beveiliging op de destillatie-eenheid die ervoor zorgt dat het reinigingsproces stopt als de destillatie-eenheid geopend wordt;
  • Een dubbele waterafscheider in serie om het onoplosbare oplosmiddel te scheiden van het water en zo het oplosmiddel maximaal te recycleren en de hoeveelheid oplosmiddel in het afvalwater te verkleinen;
  • Een vulstreep op de laaddeur, de oplosmiddelentanks en de destillatieketel als beveiliging tegen overvullen. Overvullen van de trommel leidt tot een onvoldoende droging van het textiel en bijhorende verhoogde emissies van het oplosmiddel. Overvullen van de oplosmiddelentanks en destillatieketel zou kunnen leiden tot accidenteel morsen van oplosmiddel. Recente machines maken gebruik van een automatisch vulsysteem met overvulbeveiliging op de destillatie-eenheid. Bij de oplosmiddelentanks is er standaard een overvulbeveiliging doordat de tanks met elkaar verbonden zijn en in elkaar overlopen;
  • Een dubbele controle tegen het overkoken van de destillatieketel. Er zijn verschillende technieken die het overkoken kunnen voorkomen. De meest gebruikte technieken zijn gebaseerd op het meten van de temperatuur en het gebruik van een vlotterschakelaar die niet meer dan een maximaal peil toelaat;
  • Een regenereerbare filter voor het zuiveren van het oplosmiddel.

ECSA adviseert in zijn publicatie ‘Recommendations for Cleaning Machines (2017)’ het gebruik van PER-machines van de 5de generatie. Volgens de huidige Vlaamse wetgeving (zie 'Milieuvoorwaarden Vlarem' in de BBT studie voor de droogkuissector, 2019) zijn in Vlaanderen sinds 2004 enkel machines van de 5e generatie toegelaten. Paragrafen 1 en 2 van VLAREM II, artikel 5.41.2.2 verplichten namelijk het gebruik van een systeem van het volledig gesloten type, inclusief diepkoelsysteem, dubbele waterafscheider, automatisch afgrendelsysteem en (specifiek voor PER-machines) een interne actief koolfilter. Anno 2018 beschikken de meeste droogkuismachines over al deze eigenschappen (Bron: OVAM, 2015 en VLABOTEX enquête, 2018).

Droogkuismachines die werken met alternatieve oplosmiddelen zijn vrij gelijkaardig aan PER-machines. De eerste koolwaterstofmachines dateren van 2006. De laatste jaren wordt vooral gebruik gemaakt van multisolvent machines welke geschikt zijn voor meerdere alternatieve oplosmiddelen. Omschakeling naar een andere oplosmiddel is mogelijk na een al dan niet minimale ombouw (Bv. bij het overschakelen tussen oplosmiddelen op basis van koolwaterstof is de ombouw beperkt tot wijzigen van de software en het reinigen van de reservoirs). De multisolventmachines beantwoorden aan de definitie van een 4e generatie machine. Een interene actief koolfilter is niet aanwezig omdat de verdere zuivering van de drooglucht geen meerwaarde biedt gezien deze oplosmiddelen minder vluchtig zijn dan PER. Voorts beschikken de machines over een continue destillatie en een ander type waterafscheider (koolwaterstoffen zijn lichter dan water). Multisolventmachines vragen echter specifieke veiligheidsvoorzieningen omwille van de lagere dampspanning van alternatieve oplosmiddelen. Door middel van temperatuur- en concentratiecontrole en/of stikstofinjectie (werken onder vacuüm) wordt er niet gewerkt binnen de ontploffingsgrenzen van de oplosmiddelen.

Momenteel werken ongeveer 30% van de machines met alternatieve oplosmiddelen (Bron: VLABOTEX enquête,2018). In 2015 en 2008 waren dit nog maar respectivelijk 21% en 11% (Bron: OVAM, 2008 en 2015)

Het is theoretisch mogelijk om een bestaande PER-machine om te bouwen tot een machine die geschikt is voor het gebruik van alternatieve oplosmiddelen. Dit wordt echter afgeraden door leveranciers en producenten. Verschillende onderdelen moeten vervangen of geïnstalleerd worden (filtersysteem, waterafscheider, veiligheidsvoorzieningen, elektronica, ...), waardoor de kosten zeer hoog oplopen. Verder is de vraag of dezelfde veiligheid kan gegarandeerd worden als bij machines die initieel gebouwd werden voor alternatieve oplosmiddelen.

 

Beschrijving droogkuismachine

De schematische voorstelling van een 5e generatie droogkuismachine is weergegeven in onderstaande figuur en bestaat uit volgende onderdelen:

  • Trommel;
  • Solventtank;
  • Solventpomp;
  • Speldenvanger;
  • Pluizenfilter;
  • Filter (al dan niet regenereerbaar);
  • Ventilator;
  • Diepkoeling;
  • Verwarmer;
  • Actief kool filter;
  • Destillatie-eenheid (inclusief bijhorende koeling);
  • Waterafscheiders.

 

Het oppompen van het oplosmiddel uit de solventtank naar de trommel is weergegeven in stippellijnen. De stromen van vloeibaar oplosmiddel zijn weergegeven in volle lijnen, de luchtstromen in onderbroken lijnen.

 

Figuur: Schematische voorstelling 5e generatie droogkuismachine