Gescheiden opvang van silosappen (en niet-verontreinigd hemelwater)

Beschrijving

Om perssappen, percolaatwater en (verontreinigd) run-off water afkomstig van sleufsilo’s/kuilplaten gescheiden te kunnen opvangen van de overige fractie van het run-off water, kan gebruik gemaakt worden van een scheidingssysteem. In de praktijk worden er hoofdzakelijk twee verschillende type systemen toegepast in Vlaanderen, nl. een first-flushsysteem of een manueel scheidingssysteem.

Bij een first-flushsysteem worden de trager stromende erfsappen zoals de perssappen, percolaatwater en de eerste, geconcentreerde fractie van het run-off water (first-flush) opgevangen in een eerste compartiment en van hieruit afgevoerd naar de mestkelder of afzonderlijke opslagvoorziening. De sneller stromende erfsappen (verdunde fractie van het verontreinigd run-off water) komen in een tweede compartiment terecht van waaruit ze afgevoerd worden voor verdere behandeling (zie paragraaf 'verdere behandelings-, zuiverings- en gebruiksopties voor (specifieke fracties van) erfsappen').

Als alternatief voor het gebruik van een first-flushsysteem voor de gescheiden opvang van silosappen kan er gewerkt worden met een manueel scheidingssysteem. Aan de hand van dit scheidingssysteem kan er een fysieke scheiding gerealiseerd worden in run-off water van de lege kuilplaat en silosappen (perssappen en percolaatwater). Dit is een procesgeïntegreerde techniek die is ingebouwd in de sleufsilo/kuilplaat waarbij aan de hand van een dubbele afvoergoot met verplaatsbare deksels run-off water van de lege kuilplaat afzonderlijk kan worden afgevoerd van de silosappen die ontstaan in de silo/kuilplaat. Indien het lege deel van de kuilplaat veegschoon wordt gehouden, kan het risico op vervuiling van het afstromende run-off water beperkt worden.

Voor meer details en uitvoeringsvormen van het first-flushsysteem en het manueel scheidingssysteem zie Technische fiche 4 en Technische fiche 5, respectievelijk in Bijlage 2.

Technische haalbaarheid

De gescheiden afvoer van silosappen aan de hand van een first-flushsysteem wordt momenteel algemeen toegepast in landbouwbedrijven in Vlaanderen. Deze techniek werd reeds als BBT geselecteerd in de BBT-studie voor de veeteelt sector (2006). Een manueel scheidingssysteem wordt momenteel slechts in beperkte mate toegepast in Vlaamse landbouwbedrijven en covergistingsinstallaties. In Nederland wordt dit systeem al couranter gebruikt op veehouderijen. Via expertinschatting wordt ingeschat dat ongeveer 15% van de veehouderijen in Nederland dit opvangsysteem gebruiken (Broos, persoonlijke communicatie, 2021).

Welk type scheidingssysteem wordt geïnstalleerd is voor een deel bedrijfsafhankelijk. Afhankelijk van de aard van de omgeving en de natuurlijke helling van het erf/bedrijfsterrein moet overweging gemaakt worden welk scheidingssysteem het best past bij de bedrijfssituatie. Bovendien moeten de regels van de grondverzetsregeling gevolgd worden (voor meer informatie zie Technische fiche 4 en Technische fiche 5).

Bij covergistingsinstallaties wordt een first-flushsysteem anno 2022 nog maar in beperkte mate toegepast. In de afgelopen 10 jaar is het gebruik van dit scheidingssysteem stelselmatig afgebouwd bij covergistingsinstallaties omdat door de aard van de bedrijfsvoering geen voldoende zuivere verdunde fractie kon bekomen worden op deze bedrijven. Als alternatief wordt er in enkele covergistingsinstallaties gebruik gemaakt van een manueel scheidingssysteem voor silosappen (zie Technische fiche 5).

Noot:

De meeste covergistingsinstallaties hebben vandaag een nullozerstatuut waardoor er vanuit hun productieproces geen afvalwater geloosd wordt. Op deze bedrijven wordt het hemelwater afkomstig van verhardingen en eventueel daken, en alle afstromende erfsappen centraal opgevangen en hergebruikt. Het opgevangen hemelwater en de erfsappen kunnen mee worden verwerkt in de vergister doordat er uit deze stromen nog een hoeveelheid energie kan gerecupereerd worden. In deze situaties is het niet meer zinvol om deze verschillende stromen gescheiden op te vangen en een first-flushsysteem toe te passen. Dit geldt ook voor covergistingsinstallaties zonder nullozerstatuut waar alle silosappen opgevangen worden en mee vergist worden. Meer informatie is o.a. terug te vinden via:

https://www.vmm.be/water/heffingen/bereken-je-heffing/berekening-voor-bedrijven-en-instellingen

Deze techniek wordt technisch haalbaar geacht bij de aanleg van nieuwe sleufsilo’s/kuilplaten of heraanleg van sleufsilo’s/kuilplaten op landbouwbedrijven en covergistingsinstallaties. Voor bestaande sleufsilo’s/kuilplaten zonder scheidingssysteem dient de technische haalbaarheid van de aanpassing van deze sleufsilo’s/kuilplaten van geval tot geval geëvalueerd te worden. Mogelijk kunnen bestaande silo’s/kuilplaten aangepast worden om de perssappen en percolaatwater gescheiden van het run-off water op te vangen op voorwaarde dat er al een afschot in de silovloer/kuilplaat aanwezig is.

Het is essentieel dat het toegepaste systeem juist gedimensioneerd en afgesteld is, correct gebruikt wordt, goed onderhouden wordt en dat de opvang van de geconcentreerde fractie tijdig geledigd/afgevoerd wordt om een goede werking en scheiding te garanderen. Bovendien is het toepassen van een scheidingssysteem op zichzelf niet voldoende om verontreiniging door het afstromen van erfsappen te voorkomen. Deze techniek dient altijd toegepast te worden in combinatie met preventieve maatregelen en goede bedrijfspraktijk om in eerste instantie de vorming en afstroming van deze erfsappen zo veel mogelijk te voorkomen/beperken. Een belangrijk punt hierbij is dat het lege gedeelte van de silovloer/kuilplaat veegschoon wordt gehouden om te vermijden dat het hemelwater verontreinigd wordt.

Milieu-impact

Met deze techniek worden silosappen en run-off water van de lege kuilplaat gescheiden opgevangen en afgevoerd. Indien deze techniek correct toegepast wordt en juist gedimensioneerd is, in combinatie met de preventieve maatregelen en goede huispraktijken, kan vermeden worden dat nutriënten in het milieu (bodem, grond- en/of oppervlaktewater) terechtkomen door uitloging ter hoogte van het erf/bedrijfsterrein. Bovendien is bij de toepassing van deze techniek een significant kleiner opvangvolume voor de mestkelder of afzonderlijke opslag voor erfsappen nodig in vergelijking met de situatie waar geen scheiding wordt uitgevoerd, omdat het run-off water afzonderlijk van de erfsappen kan worden afgevoerd. Het afzonderlijk opgevangen run-off water kan geloosd worden indien aan de geldende lozingsvoorwaarden voldaan wordt. Zo niet, zijn er verdere bijkomende behandelings- of zuiveringsopties nodig (zie paragraaf 'verdere behandelings-, zuiverings- en gebruiksopties voor (specifieke fracties van) erfsappen').

Technisch gezien zou deze techniek een goede scheiding van erfsappen moeten mogelijk maken. In de praktijk wordt echter veelvuldig vastgesteld door de handhavende overheden dat het afzonderlijk opgevangen run-off water toch nog te verontreinigd is en niet aan de geldende lozingsvoorwaarden voldoet. Dit kan het gevolg zijn van het foutief dimensioneren, afstellen, gebruik of onderhoud van het scheidingssysteem, of een onvoldoende toepassing van preventieve maatregelen en goede bedrijfspraktijk. Ondanks een goede scheiding tussen sterk verontreinigde stromen en minder verontreinigde stromen garandeert de toepassing van deze techniek geen perfecte afscheiding van niet-verontreinigd run-off water. De menselijke factor lijkt hier een sterke invloed op te hebben. Hierdoor is er verder optimalisatie van het systeem nodig. In Nederland loopt er een onderzoek waar gekeken wordt naar het verbeteren van de scheiding van silosappen uit de voeropslag door deze zelfregulerend te maken d.m.v. het toepassen van sensortechnologie en een zelfsturende klep waardoor de menselijke factor verder kan worden geëlimineerd (Broos, persoonlijke communicatie, 2021; zie paragraaf 'Technieken in ontwikkeling 7.1 ').

Deze maatregel heeft mogelijk een impact op de keten, met name de kleinere hoeveelheid (verdunde) mest die verwerkt of afgezet dient worden volgens de geldende wettelijke bepalingen indien een goede scheiding plaatsvindt.

Economische haalbaarheid

De gescheiden opvang van silosappen is economisch haalbaar bij de aanleg van nieuwe sleufsilo’s/ kuilplaten en bij de grondige heraanleg van bestaande sleufsilo’s/kuilplaten. Bij bestaande kuilplaten/sleufsilo’s is de economische haalbaarheid van geval tot geval te evalueren. Bij de toepassing van een scheidingssysteem moet ook rekening gehouden worden met het feit dat er voldoende opslagcapaciteit moet voorzien worden om de perssappen en het percolaatwater op te vangen. De investeringskosten kunnen sterk variëren naargelang de specifieke uitvoeringsvorm, gewenste capaciteit van de opvangvoorziening, plaatsgebonden eigenschappen van erf/bedrijfsterrein etc. Voor meer gedetailleerde prijsindicaties van en first-flushsysteem en een manueel scheidingssysteem zie Technische fiche 4 en Technische fiche 5, respectievelijk.

Referenties

  • Beerling, 2015
  • Broos, persoonlijke communicatie, 2021
  • Derden et al., 2006
  • Departement Landbouw & Visserij, 2018b
  • Input leden BC, 2022
  • Integraal Waterbeleid, 2020

 

Toon enkel technieken...
Aspecten
...op...
Beste beschikbare techniek
Milieuvriendelijke techniekTechnische aspectenMilieuaspectenBBT
BewezenAlgemeen toepasbaarInterne veiligheidKwaliteitGlobaal - technischWaterverbruikAfvalwaterLuchtBodemGeurAfvalEnergie - elektriciteitsverbruikChemicaliënImpact op de ketenGlobaal - milieuEconomisch
Gescheiden opvang van silosappen (en niet-verontreinigd hemelwater)vgtg 3
  • Legende

1 In bepaalde situaties technisch moeilijk haalbaar bij bestaande sleufsilo’s/kuilplaten.

2 Bij bestaande sleufsilo’s/kuilplaten is de economische haalbaarheid van een first-flushsysteem van geval tot geval te evalueren omdat de investeringskosten sterk kunnen variëren naargelang de specifieke uitvoeringsvorm, gewenste capaciteit van de opvangvoorziening, plaatsgebonden eigenschappen van erf/bedrijfsterrein etc.

3 BBT bij de aanleg van nieuwe sleufsilo’s/kuilplaten of heraanleg van bestaande sleufsilo’s/kuilplaten voor alle landbouwbedrijven en covergistingsinstallaties met uitzondering van de covergistingsinstallaties met een nullozerstatuut en de covergistingsinstallaties zonder een nullozerstatuut waar alle silosappen opgevangen en mee vergist worden.