Voldoende opslagcapaciteit voor de opvang van silosappen voorzien

Beschrijving

Silosappen die ontstaan in rijkuilen of sleufsilo’s voor organisch materiaal worden best apart opgevangen en afgevoerd om te vermijden dat deze erfsappen in de bodem en/of het oppervlaktewater terechtkomen. Afhankelijk van de bedrijfsvoering, opvangsysteem en de afstand van de opslagplaatsen ten opzichte van de mestkelder kan deze afvoer rechtstreeks aangesloten zijn op de mestkelder of een aparte mestdichte opslagvoorziening. Het is belangrijk dat deze mestkelder of aparte opslagvoorziening voldoende gedimensioneerd is om alle relevante fracties van de silosappen te kunnen opvangen.

Afhankelijk van de uitvoering van het opvangsysteem (zie paragrafen 'opvanggoten en opvangsysteem voorzien voor het afstromen van erfsappen op het erf/bedrijfsterrein' en 'gescheiden opvang van silosappen (en niet-verontreinigd hemelwater') worden er verschillende soorten stromen gegenereerd die al dan niet naar de opslagvoorziening dienen te worden afgevoerd. Hoofdzakelijk gaat het hier over de opvang van perssappen en percolaatwater. De hoeveelheid perssappen die gevormd wordt, is moeilijk in te schatten en kan sterk variëren zoals aangegeven in paragraaf 'opslag en bewaring van organisch materiaal'. Daarnaast hangt de hoeveelheid percolaatwater en (verontreinigd) run-off water vooral af van de hoeveelheid neerslag, de aard van de opslagplaats en de aard van het gebruikte afdekmiddel. Daardoor is het moeilijk in te schatten wat de totale hoeveelheid silosappen zal zijn die zullen vrijkomen. De totaal benodigde opslagcapaciteit zal vooral bepaald worden door de maximum hoeveelheid opgeslagen materiaal.

De “Department for Environment, Food & Rural Affairs” en de “Environment Agency” in het Verenigd Koninkrijk raden aan om een opslagcapaciteit te voorzien van 20 l/m³ opgeslagen materiaal voor silo’s met een opslagcapaciteit tot 1500 m³. Voor silo’s met een opslagcapaciteit groter dan 1500 m³ wordt een opslagcapaciteit aanbevolen van 30 m³ plus 6,7 l/m³ (DEFRA & EA, 2015). Deze minimumcapaciteitsregels voor opslagvoorzieningen zouden ten minste twee dagen opslag bij piekstroom moeten geven.

Volgens “The Nutrient Action Programme Regulations (Northern Ireland) 2019” worden specifieke minimumcapaciteitsregels voor opslagvoorzieningen voor silosappen opgelegd. Indien deze verbonden zijn aan een silo met een opslagcapaciteit van minder dan 1500 m³, dan moet de opslagcapaciteit voor silosappen minstens 3 m³ bedragen voor iedere 150 m³ of deel daarvan van de opslagcapaciteit van de silo. Voor silo’s met een opslagcapaciteit van meer dan 1500 m³ moet de opslagcapaciteit voor silosappen minstens 30 m³ bedragen plus 1 m³ voor elke 150 m³ of deel daarvan boven de 1500 m³.

Een algemene aanbeveling in het “Environmental Farm Plan” in Ontario, Canada is om minstens een opslag te voorzien van 30 L per ton opgeslagen organisch materiaal indien het materiaal met een drogestofgehalte van < 30% betreft. Indien er kan gegarandeerd kan worden dat het opgeslagen materiaal altijd een drogestofgehalte heeft van 30% of meer dan zou 15 l/ton voldoende zijn (OMAFRA, 2004). Desalniettemin moet er bijkomend rekening gehouden worden met een extra opslagvolume om de fractie van het run-off water op te kunnen opvangen dat niet kan afgeleid worden. Dit kan resulteren in significant grotere opslagcapaciteiten afhankelijk van het aanwezige opvangsysteem. Het “Environmental Farm Plan” in Ontario Canada raadt aan om tot 25% van de neerslag van een 25-jarig gemiddelde 24-uurs storm te kunnen opvangen. Het gebruik van een first-flushsysteem of een handmatig scheidingssysteem kunnen deze vereiste opslagcapaciteit sterk reduceren (zie paragraaf 'gescheiden opvang van silosappen (en niet-verontreinigd hemelwater').

In het Maatlat Schoon Erf, een certificatiesysteem voor schone erven in Nederland met mogelijkheden tot belastingvoordelen na het behalen van het certificaat, moet er minstens een opvangvoorziening of gelijkwaardige voorziening voor het opslaan van verontreinigde vloeistoffen met een inhoud van ten minste 5 m³ geïnstalleerd worden indien er geen rechtstreekse opvang in de mestkelder mogelijk is. Bovendien moet deze opvangvoorziening voorzien zijn van een zuurbestendige coating om te voldoen aan de voorwaarden voor het certificaat bij opslag van kuilvoer.

Naast voldoende opslagcapaciteit is het eveneens belangrijk dat de opslagtank bestand is tegen het zure karakter van perssappen, zodat er op deze manier gegarandeerd kan worden dat er voor een lange periode geen lekken ontstaan waardoor de opgeslagen silosappen in de bodem terecht zouden kunnen komen.

Technische haalbaarheid

Deze maatregel is technisch haalbaar voor alle landbouwbedrijven en covergistingsinstallaties waar erfsappen kunnen ontstaan en opgevangen worden. De grootte van de benodigde opslagcapaciteit zal vooral bepaald worden door de aard van de scheiding tussen silosappen en het run-off water of de verdunde fractie van het verontreinigd run-off water bij het first-flushsysteem. Daarnaast wordt de grootte van de capaciteit bepaald door de oppervlakte van sleufsilo’s en/of kuilplaten die aangesloten zijn op de opslagvoorziening. In de praktijk wordt de capaciteit vaak bepaald door afspraken tussen de bedrijfsmedewerker en de leverancier om aanvaardbare ledigingsfrequenties te bekomen op maat van het bedrijf, zodat de periodes tussen de ledigingen overbrugd kunnen worden. In de meeste gevallen komt dit neer op 1 tot 2 keer ledigen per jaar. Hierdoor worden vaak opslagvoorzieningen met een capaciteit tussen de 2 - 10 m³ geïnstalleerd.

Noot:

Bij covergistingsinstallaties met een nullozerstatuut (zie paragraaf 'gescheiden opvang van silosappen (en niet-verontreinigd hemelwater') worden al het hemelwater, afkomstig van verhardingen en eventueel daken, en alle afstromende erfsappen centraal opgevangen en tijdelijk bewaard tot hergebruik in het vergistingsproces. Hiervoor wordt in een gemiddelde covergistingsinstallatie een totale opvangcapaciteit van 200 tot 400 m³ voor voorzien.

Milieu-impact

Het voorzien van voldoende opslagcapaciteit zorgt er voor dat de te verwachten hoeveelheid silosappen kunnen worden opgevangen over een welbepaalde periode. Hierdoor kan de opslagvoorziening op aanvaardbare frequenties worden geledigd en de silosappen worden afgevoerd. Met deze maatregel wordt vermeden dat nutriënten in het milieu (bodem, grond- en/of oppervlaktewater) terechtkomen door uitloging ter hoogte van het erf/bedrijfsterrein. Door het toepassen van deze maatregel wordt er geen noemenswaardige impact verwacht in de keten.

Economische haalbaarheid

Deze maatregel is globaal genomen economisch haalbaar voor alle landbouwbedrijven en covergistingsinstallaties.

De volgende kostprijzen (vervangingswaarde) zijn terug te vinden in de KWIN-rapportage:

  • perssapgoot:                                       11 - 18 euro/m;
  • perssapput 2 m³:                                525 euro.

Referenties

  • CVBB, 2016
  • DEFRA & EA, 2015
  • Gebrehanna et al., 2014
  • Input leden BC, 2021 & 2022
  • KWIN, 2020
  • Maatlat Schoon Erf, 2021
  • OMAFRA, 2004
  • VMM, 2016

 

Toon enkel technieken...
Aspecten
...op...
Beste beschikbare techniek
Milieuvriendelijke techniekTechnische aspectenMilieuaspectenBBT
BewezenAlgemeen toepasbaarInterne veiligheidKwaliteitGlobaal - technischWaterverbruikAfvalwaterLuchtBodemGeurAfvalEnergie - elektriciteitsverbruikChemicaliënImpact op de ketenGlobaal - milieuEconomisch
Voldoende opslagcapaciteit voor de opvang van silosappen voorzienJa
  • Legende