Huisvesting/stallen

Beschrijving

De huisvesting van dieren op landbouwbedrijven is onlosmakelijk verbonden met de productie en opslag van mest. In afwachting van afvoer, verwerking of aanwending wordt mest in zowel natte als vaste vorm opgeslagen op het landbouwbedrijf. Hiervoor bestaan verschillende soorten tijdelijke of permanente opslagplaatsen, waarbij een onderscheid gemaakt kan worden tussen opslag met of zonder overkapping. De opslag kan plaatsvinden binnen de stal of onder een overkapping los van de stal. De mestopslagcapaciteit moet voldoende zijn om de mest te kunnen opslaan tot het moment waarop deze verder kan worden verwerkt of op het land kan worden gebracht. De vereiste opslagcapaciteit is beschreven in de regelgeving en is o.a. afhankelijk van de hoeveelheid mest die op het bedrijf wordt geproduceerd en de periode waarin de mest niet mag worden uitgereden, maar ook van de volumes van andere vloeibare stromen zonder mestdeeltjes die eveneens hier naartoe kunnen worden afgevoerd zoals perssappen en spoelwater van de melkinstallatie. Afhankelijk van de situatie en de aard van het bedrijf kunnen er op verschillende manieren vloeibare stromen die mestdeeltjes bevatten vrijkomen met emissies naar oppervlaktewater en bodem tot gevolg. De huisvesting van dieren op landbouwbedrijven en, de productie en opslag van mest is reeds beschreven in paragrafen 3.3 en 3.4 van de BBT-studie voor de veeteeltsector (Derden et al., 2006). Maatregelen voor het voorkomen en behandelen van stromen met mestdeeltjes zijn behandeld in o.a. de BBT-studie voor de veeteeltsector (Derden et al., 2006) en de BBT-studie mestverwerking (Lemmens et al., 2007).

Milieuaspecten

Bij het huisvesten van dieren en de opslag van mest op een landbouwbedrijf kunnen er op verschillende manieren erfsappen ontstaan die mestdeeltjes bevatten met emissies naar oppervlaktewater en bodem tot gevolg:

  • Mest en mestsappen worden in de stallen opgevangen en opgeslagen in een mestdichte opslagruimte of opslagplaats binnen of buiten de stal, waardoor de kans op het afstromen van mestsappen uit deze stallen klein is;
  • Indien kalveren worden gehuisvest in kalverboxen buiten de stal kunnen hierbij mogelijk mestsappen afstromen indien deze niet worden opgevangen door voldoende instrooiing en/of een opvangsysteem;
  • Indien er potstallen aanwezig zijn kunnen hier afhankelijk van de opbouw van de stal en de aard van de strooisellaag mogelijk mestsappen afstromen. In de meeste gevallen vangt de strooisellaag alle mestsappen op en voorkomt dit het afstromen van de mestsappen;
  • Bij de opslag zonder overkapping/afdekking van vaste mest kunnen mestsappen, percolaatwater en verontreinigd run-off water van de vervuilde kuilplaat afstromen. In het geval van opslag met overkapping kunnen er enkel mestsappen mogelijk afstromen;
  • Bij het transport van mest of het verplaatsen van dieren over het erf (o.a. koeverkeer) kunnen morsresten van mest op het erf terecht komen die aanleiding kunnen geven tot de verontreiniging van run-off water met mestdeeltjes.

Daarnaast kan bij het huisvesten van dieren en de opslag van mest mogelijk geurhinder ontstaan, alsook stofhinder.