Materiaal- en energiestromen in de keten

Landbouwbedrijven en covergistingsinstallaties zijn onlosmakelijk verbonden met een aantal andere sectoren in de productketen. Binnen deze keten worden energie- en materiaalstromen uitgewisseld. De output van de ene sector vormt hierbij de input voor een andere. Milieuproblemen die zich in de ene sector voordoen, kunnen hun oorsprong (en dus ook hun oplossing) vinden in een andere sector. Met het oog op een vergroening van de economie, is het van groot belang om niet alleen aandacht te hebben voor de rechtstreekse milieu-impact van de sector, maar om ook rekening te houden met de interacties in de keten.

Mate van kringloopsluiting

Voedergewassen (landbouw) zijn het voedsel voor dieren (veehouderij). De mest van de dieren komt vervolgens, al dan niet be- of verwerkt (mestverwerking), terug in de bodem als bemesting voor de gewassen (landbouw).

Erfsappen die vrijkomen op het erf/bedrijfsterrein kunnen aangewend worden als meststof of bodemverbeterend middel (landbouw). Waterige stromen die voldoen aan de van toepassing zijnde regelgeving en kwaliteitsvoorschriften kunnen nuttig ingezet worden als proceswater (landbouw/covergisting) of voor irrigatie (landbouw).

Dieren zoals rundvee, varkens en pluimvee (veehouderij) worden gekweekt als voedsel voor menselijke consumptie (slachthuizen, voedingsindustrie). Niet voor menselijke consumptie bestemde bijproducten worden optimaal gevaloriseerd (bv. categorie 3-materiaal als diervoeder).

Bovenstaande voorbeelden geven aan dat de activiteiten in de agro-landbouwindustrie (landbouw, veehouderij, mestverwerking) nauw verbonden zijn met deze in de agro-voedingsindustrie (slachthuizen, vleesverwerkende industrie, verwerkers van dierlijke bijproducten).

Milieueffecten in andere sectoren die hun oorsprong vinden in het landbouwbedrijf of de covergistingsinstallatie

  • De hoeveelheid (verdunde) mest die verwerkt of afgezet dient te worden volgens de geldende wettelijke bepalingen afhankelijk van de aard van de scheiding die plaatsvindt tussen (niet-) verontreinigd run-off water en overige silosappen door de aanwezige opvanggoten, opvangsystemen en scheidingssystemen.
  • De hoeveelheid (verdunde) mest die verwerkt of afgezet dient te worden volgens de geldende wettelijke bepalingen door de graad van compartimentering van het erf/bedrijfsterrein en scheiding tussen verontreinigd en niet-verontreinigd hemelwater.

Milieueffecten in het landbouwbedrijf of de covergistingsinstallatie die hun oorsprong vinden in andere sectoren

  • Effect van de kwaliteit en vochtigheid van aangekochte organische materialen op de productie van silosappen tijdens de opslag van deze materialen op het erf/bedrijfsterrein.