Studie van de procesveiligheid d.m.v. veiligheidsfuncties

De studie van de procesveiligheid is gebaseerd op de acht veiligheidsfuncties (VF), een methode ontwikkeld door de Afdeling van het toezicht op de chemische risico’s van het FOD WASO (FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, 2011), dat bevoegd is voor de veiligheid van de werknemers in de Sevesobedrijven. Hoewel het in deze studie niet specifiek over Seveso-bedrijven gaat, vormt deze methode een goede leidraad om alle nodige maatregelen te beschrijven om zware (of lichte) ongevallen te voorkomen en om de gevolgen ervan voor mens en milieu te beperken.

Een zwaar ongeval wordt gedefinieerd als “een gebeurtenis, zoals een zware emissie, brand of explosie die het gevolg is van ongecontroleerde ontwikkelingen tijdens de exploitatie, die hetzij onmiddellijk, hetzij na verloop van tijd een ernstig gevaar oplevert voor de gezondheid van de mens binnen of buiten de inrichting of voor het milieu en waarbij één of meer gevaarlijke stoffen betrokken zijn”.

De exploitant moet alle nodige maatregelen nemen om de veiligheid van mens en milieu te garanderen. Over het algemeen hebben de maatregelen als doel om:

  1. zware emissies te voorkomen
  2. branden en explosies te voorkomen
  3. de gevolgen van zware emissies te beperken voor de mens en voor het milieu
  4. de gevolgen van branden te beperken voor de mens en voor het milieu
  5. de gevolgen van explosies te beperken voor de mens en voor het milieu.

De maatregelen die een bedrijf moet nemen om bovenstaande doelen te vervullen, worden afgeleid uit specifieke problematieken die kunnen optreden tijdens het uitvoeren van de activiteit. Ze zijn dus niet gebaseerd op één allesomvattende studie, maar gebouwd op veiligheidsfuncties, die telkens overeenstemmen met één bepaalde manier om in te grijpen in de loop van een ongevallenscenario waarbij gevaarlijke stoffen of energie vrijkomen (FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, 2011):

VF1 beheersing van processtoringen;

VF2 beheersing van de degradatie van de omhullingen;

VF3 beperking van accidentele vrijzettingen;

VF4 beheersing van de verspreiding van stoffen en/of energie;

VF5 vermijden van ontstekingsbronnen;

VF6 bescherming tegen brand;

VF7 bescherming tegen explosies;

VF8 bescherming tegen blootstelling aan vrijgezette stoffen.

De acht veiligheidsfuncties zijn van toepassing voor een brede waaier aan processen, maar de gevaren van een specifiek proces of activiteit zijn natuurlijk afhankelijk van de stoffen en reacties in de installatie. De inherente gevaarlijke eigenschappen van stoffen en de fysische condities waarin ze aanwezig zijn in de installatie zijn immers bepalend voor de aard en de omvang van de schade die kan optreden wanneer ze worden vrijgezet. Daarnaast spelen stoffen en reacties een rol bij allerlei fenomenen die een ongewenste vrijzetting kunnen veroorzaken.

Stoffen kunnen een rol spelen in het veroorzaken van een vrijzetting. Een thermische ontbinding, een polymerisatiereactie of een interne explosie kunnen leiden tot hoge drukken en temperaturen.

De eigenschappen van de stoffen zijn verder bepalend voor de degraderende fenomenen die de omhullingen kunnen bedreigen, zoals allerlei vormen van corrosie en erosie. Eens vrijgezet uit de installatie, bepalen de eigenschappen van de stoffen de aard van de mogelijke gevolgen: brand, explosie, intoxicatie/verstikking, chemische brandwonden of schade aan het milieu.

De acht veiligheidsfuncties fungeren als een globale, rudimentaire checklist van te nemen maatregelen, wat de volledigheid van de procesveiligheidsstudie ten goede komt. Voor elke veiligheidsfunctie, zijn er meerdere maatregelen die genomen kunnen worden om deze functie te vervullen. In Beschikbare milieuvriendelijke en veiligheidsborgende technieken worden de kandidaat BBT gelinkt aan de veiligheidsfuncties. Vaak zal een maatregel (of techniek) betrekking hebben op meerdere VF, zoals in Beschikbare milieuvriendelijke en veiligheidsborgende technieken zal worden aangegeven.

Voor de beschrijving/indeling van de procesrisico’s bij de uitbating van een waterstoftankstation baseren we ons op de veiligheidsfuncties uit de informatienota procesveiligheid van het FOD WASO (FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, 2011).