Verwijdering van restlading
In principe moet de lading van een tank die ter reiniging wordt aangeboden, zo volledig mogelijk gelost zijn. Toch bevat de tank vaak nog een restlading. Om dit na te gaan wordt, na het openen van de tankdeksels, een visuele controle van de tankinhoud uitgevoerd. Indien de tank geen overmatige hoeveelheid restlading bevat, wordt overgegaan tot de eigenlijke reiniging. Een ‘overmatige restlading’ omvat voor een onderlosser alles wat niet door gravitaire verwijdering mogelijk is, en voor een bovenlosser alles wat niet opgepompt kan worden.
De resterende hoeveelheid in een tank (en dus wat de term ‘technisch leeg’ betekent) kan moeilijk gedefinieerd worden aangezien dit verschilt per (type) tank (de grootte van de tank, al dan niet gecompartimenteerd), de aard en de eigenschappen van het product, enz. Bij goed vloeibare producten zal er volgens CTC niet meer dan 40 cm (ca. 1% volume) op de tankbodem achter blijven. Bij meer viskeuze producten zal de resterende hoeveelheid groter zijn, en kan deze oplopen van 100kg, tot zelfs 300kg in uitzonderlijke gevallen. Indien wel een overmatige hoeveelheid restlading wordt vastgesteld, kan, afhankelijk van de situatie, besloten worden om de tank alsnog voor reiniging te weigeren of om de restlading uit de tank te verwijderen en op te vangen. Het verwijderen van restlading kan gebeuren door uitlekken (gravitair) of met daartoe geschikte middelen (bv. bezem, (stof)zuiger, vacuümwagen, pomp). De verwijderde restlading is een afvalstof, en wordt afgevoerd naar een vergund verwerker of on-site verwerkt.
De vraag stelt zich tot op welk punt er nog sprake is van een restlading, en vanaf wanneer de tank voldoende leeg is, zodat tot de eigenlijke reiniging kan worden overgegaan. Dit is ondermeer afhankelijk van de aard het getransporteerde stof en de constructie van de tank. In elk geval is de tank na het verwijderen van de restlading nooit 100% leeg. Het deel van de lading dat als verontreiniging in de tank achterblijft na het verwijderen van de restlading wordt verder aangeduid als ladingsrestant.