Papier en karton
De belangrijkste basisgrondstof om papier te produceren is de houtvezel. Deze houtvezels zijn bij voorkeur afkomstig van duurzaam beheerde bossen en van de recyclage van oud papier.
Het duurzaam bosbeheer heeft als doel aan de bossen de kans te geven om op een duurzame en geïntegreerde manier hun economische, sociale en ecologische rol te spelen. Hiertoe werden Europese criteria en indicatoren opgesteld die de basis vormen van nationale beleidsvormen en de boscertificatiesystemen voor duurzaam bosbeheer. Deze boscertificatiesystemen verschaffen een onafhankelijke waarborg dat de bossen effectief duurzaam beheerd worden en dit op basis van internationaal vastgestelde criteria. De twee belangrijkste boscertificatiesystemen zijn het PEFC (Programme for Endorsement of Forest Certification) en het FSC (Forest Stewardship Council). In 2007 was 63% van de productiecapaciteit van de Europese papierindustrie gedekt door dit soort certificatie. In België is 100% van de productiecapaciteit van pulp en 75 % van de productiecapaciteit van papier en karton "controleketen" PEFC en/of FSC gecertificeerd (Cobelpa, 2011). Houtvezels die voortkomen uit duurzaam beheerde bossen vormen een hernieuwbare grondstof.
Naast houtvezels uit duurzaam beheerde bossen, vormen ook de vezels uit oud papier een essentiële bron van grondstoffen voor de sector. Op Europees vlak vertegenwoordigen de gerecycleerde vezels ca. 70 % van de benodigde vezels in de papierindustrie (ERPC, 2011). De evolutie van de Europese recyclageactiviteit is weergegeven in figuur 1. Specifiek voor de grafische sector ligt dit cijfer beduidend hoger en bedraagt de recyclagegraad bijna 100%. Nagenoeg al het papier wordt in deze sector opgehaald voor recyclage.
Figuur 1: Gebruik van (gerecycleerd) papier en karton in Europa (ERPC, 2011). Recycling rate = ‘recovered paper utilization + net trade’ compared to paper and board consumption.
Bij de opeenvolgende recyclageprocessen verandert de kwaliteit van de vezels echter. Vezels raken beschadigd en worden korter waardoor ze slechts een beperkt aantal keren recycleerbaar zijn. Men schat dat over het algemeen de vezels 2 tot 5 maal kunnen hergebruikt worden naargelang de soort vezels en het soort papier dat men wil produceren. Eindeloos dezelfde houtvezels recycleren is dus een illusie. Ondanks het recycleren, blijft het toevoegen van verse vezels dan ook noodzakelijk om de papiercyclus in stand te houden (figuur 2). Hoe hoger de vereiste kwaliteit van het papier, hoe groter de inbreng van nieuwe vezels. Sommige soorten papier, zoals kranten en verpakkingen, worden echter vaak volledig geproduceerd op basis van oud papier. Bovendien schat men dat op Europees niveau ca. 20% van het papier dat op de markt komt niet recycleerbaar is, bv. behangpapier en hygiënisch papier (Cobelpa, 2011).
Figuur 2: Schema van de recyclage van verschillende papier- en kartonsoorten, en de inbreng van verse vezels (FOGRA, 2008).
Tussen 1990 en 2008 is het verbruik van oud papier in België gestegen van 22% naar 58%. Gerecycleerde vezels vertegenwoordigden dus in 2008 meer dan de helft van de vezelgrondstoffen in de Belgische papiersector (Cobelpa, 2011).