Andere parameters

VMM-AMO bepaalde in 2004 bij 39 bedrijven in de sector op een aantal schepstalen een groot aantal parameters.

VMM-AMO wijst bijna al deze bedrijven toe aan sector 28.5 (oppervlakte­behandeling); zoals eerder al gezegd is dit een eigen indeling van VMM-AMO gebaseerd op de aard van de afvalwaterveroorzakende processen en niet een indeling op basis van de klassieke indeling van bedrijven in sectoren. Er zijn ook slechts 2 bedrijven die indirect lozen op oppervlaktewater; onderzoek van de trends per sector of per lozingssituatie zoals hierboven gebeurde, is dus niet mogelijk.

Uit de beschikbare gegevens (jaargemiddelde concentratie, jaardebiet, lozingssituatie) blijkt het volgende:

  • ook voor deze parameters geldt in grote mate dat bedrijven die lozen op RWZI geconcentreerder afvalwater lozen dan bedrijven die lozen op oppervlaktewater, en geldt eveneens grotendeels de trend dat hoe lager het debiet, hoe geconcentreerder het afvalwater;
  • veel micropolluenten komen slechts bij enkele bedrijven voor;
  • micropolluenten die – in vergelijking met lozingsvoorwaarden of kwaliteits­doelstellingen – in relevante concentraties worden vastgesteld, zijn:
    • De metalen Al, Sn, Mo;             
    • De zouten fluoride, chloride en boorzouten (sulfaat wordt door VMM-AMO niet opgevolgd);
    • aromaten, en dan vooral tolueen, ethylbenzeen en xylenen (oplosmiddelen, vnl. in lak);
    • organochloorverbindingen: haloformen (is een bijproduct van het gebruik van chloor of javel o.a. in het leidingwater, gebruik in b.v. koeltorens of bij cyanide-oxidatie) en in mindere mate ook trichloorethyleen en dichloormethaan;
  • volledigheidshalve wordt vermeld dat nauwelijks of geen metingen beschikbaar zijn voor Cr(VI) en cyanide die nochtans relevant zijn voor deze sector. Er zijn ook geen metingen beschikbaar voor PAK, pesticiden en gechloreerde fenolen maar deze zijn niet relevant voor deze sector.