Houtbehandeling

Gezien het beperkte aanbod van middelen en technieken voor houtbescherming in hogere gebruiksklassen, is de tabel inzake milieu-impact sterk vereenvoudigd. Ook hier wordt in eerste instantie het milieubeeld tijdens de eigenlijke behandeling van hout voor gebruik in gebruiksklasse 4 en 5 in tabel gebracht, enerzijds tijdens het verduurzamingsproces, anderzijds ten gevolge van vers behandeld hout op de werf.

In onderstaande Tabel worden naast de geselecteerde product-proces combinatie, ook de typische milieukenmerken van het vers behandelde hout op de werf besproken.

Tabel: Milieu-impact bij houtbehandeling voor toepassing in GK 4 en 5 (Jacobs en Dijkmans, 1998(a))

 

Bespreking per product-proces combinatie

De procesgerelateerde milieu-impact verschilt hier niet wezenlijk van de bespreking zoals gevoerd voor de lagere gebruiksklassen. Naast de slibvorming in de autoclaaf en de potentiële bodemvervuiling ter hoogte van de keteldeur, die zowel voor de watergedragen anorganische zouten en emulsies als voor de teeroliën kenmerkend zijn, zijn emissies van PAKs naar bodem en lucht, geurhinder en verhoogde behandelingstemperaturen kenmerkend voor impregnatie met teeroliën.

Bespreking van vers behandeld hout

  • Houtverduurzaming met anorganische zouten (WB) in gebruiksklasse 4 en 5 vraagt hogere productretenties al naargelang het gebruikte zout. Dit houdt inherent een grotere hoeveelheid uitloogbaar materiaal in, wanneer dergelijk behandeld hout niet met de nodige zorg wordt gehanteerd. Toch wordt het milieugedrag van vers behandeld hout niet anders ingeschat dan in de lagere klassen. Immers, eenzelfde temperatuur- tijd schema gekoppeld aan de hout-waterhuishouding, wordt verantwoordelijk geacht voor het toenemend fixeren (dus afnemend uitlogen) van vers behandeld hout. Bij stockage in openlucht en in contact met de bodem wordt echter ernstige bodemverontreiniging niet uitgesloten, welke naargelang het gebruikte zout al dan niet aanleiding kan geven tot waterverontreiniging. Gedurende een minimaal aantal dagen na de impregnatie, afhankelijk van het gebruikte zout, dient het behandelde hout opgeslagen te worden onder afdak en boven verharde ondergrond.

  • Naast de (sterkte) geurhinder van vers behandeld hout met het WEI type B creosoot, vormen ook de emissies van PAK’s een beduidend probleem. Ook hier biedt, zoals bij elke behandeling van hout, opslag in loodsen gedurende een minimum aantal dagen volgend op de eigenlijke verduurzaming, een milieuvriendelijke oplossing.

  • Net als bij de lagere gebruiksklassen worden in geval emulsies, met uitzondering van het afdruipen van overtollige vloeistof in een fase direct na de behandeling, geen productverliezen uit het behandelde hout meer vastgesteld naar bodem, water of lucht.