Nabehandeling
Ook hier wordt benadrukt dat de eigenlijke houtbehandeling slechts een eerste fase van het verduurzamingsproces uitmaakt. De nabehandelingsfase zal uiteindelijk bepalend zijn voor het milieuprofiel van marktklaar hout.
Het trekken van een navacuüm op vers geïmpregneerd hout maakt net als bij de lagere gebruiksklassen, inherent deel uit van het eigenlijke verduurzamingsproces. De milieu-impact is dan ook vergelijkbaar. Tijdens het navacuüm vergt de opwarming van het creosoot (om lagere viscositeit te verkrijgen) extra energie en vinden emissies van PAKs in de lucht plaats.
Na impregnatie met anorganische zouten, kan, net als bij de lagere gebruiksklassen, zowel natuurlijke als stoomfixatie volgen. De milieu-impact is ook hier vergelijkbaar.
In geval anorganische zouten en emulsies is de milieu-impact van het nabehandelde hout net als bij de lagere gebruiksklassen, minimaal. Bij gecreosoteerd hout zorgt het navacuüm ervoor dat het houtoppervlak productvrij wordt, zodat er bij afkoeling geen visceuse filmvorming, dus vettig eindproduct, ontstaat. Het uitzakken van creosoot naar lagere paaldelen of het uittreden van olie door opwarming (bv. door straling van de zon op het donkere houtoppervlak), beide in de term 'bloeden' van gecreosoteerd hout vervat, wordt normaal gezien niet op de houtwerf aangetroffen. Het betreft hier typische in situ eigenschappen, die buiten de scope van deze studie vallen.