Opvangen van vrijkomend afvalwater en zuiveren i.f.v. de gebruikte baden

De voornaamste badingrediënten zijn zuren (zwavelzuur, fosforzuur, citroenzuur) en organische componenten (b.v. glycerine, diethyleenglycolmonobutylether, citroenzuur). Door het gebruik rijkt het bad zeer sterk aan met opgeloste metalen. Bij de meest courante toepassing nl. roestvast staal is dat vnl. ijzer (als Fe(II)), en verder nikkel en chroom (als Cr(III) en Cr(VI)). Verder komen ook sporen van de tegenelektrode voor (b.v. Cu of Pb).

Afvalwaters van het proces (concentraten – indien niet afgevoerd voor externe verwerking), spoelwaters, eventuele regeneratievloeistof van een ionenwisselaar indien het spoelwater in gesloten kringloop wordt gebruikt, …) kunnen behandeld worden door:

• ­indien Cr(VI) aanwezig is: voorbehandeling gericht op reductie tot Cr(III); zie 'Effect van nieuwe badformuleringen, chemicaliën of hulpstoffen op de goede werking van de afvalwaterzuivering vooraf opzoeken of uittesten' en technische fiche 68
• neerslaan van zware metalen en indien aanwezig de fosfaten; zie Afvalwaterzuiveringstechnieken - Neutralisatie en precipitatie van metalen (ONO) en technische fiche 65.

Bij speciale toepassingen van elektrochemisch polijsten kunnen ook andere chemicaliën gebruikt worden en zijn andere behandelingsschema’s nodig.

Afhankelijk van de concentratie aan organisch materiaal en de wijze waarop het afvalwater geloosd wordt, kan ook een biologische nabehandeling gewenst voor de organische vuilvracht in het afvalwater.