Procesbeschrijving (opslagtypes)

De procesbeschrijving kan gebaseerd worden op de beschrijvingen in Hoofdstuk 3 van de BREF EFS die relevant zijn voor inkuiping en verladingszones bij bovengrondse opslag van gevaarlijke vloeistoffen. Aangezien de studie tot doel heeft beste beschikbare technieken voor inkuiping en verladingszones te bepalen, wordt getracht de indeling van opslagtechnieken te maken op basis van verwachte gemeenschappelijke of verschillende implicaties voor inkuiping.

Het voornaamste onderscheid dat wordt gemaakt, is dit tussen opslag in vaste houders (tanks), en opslag in verplaatsbare recipiënten (in deze BBT-studie “verplaatsbare houders”). In de VLAREM definitie van een ‘opslagplaats’ (VLAREM II, artikel 1.1.2, zie ook de begrippenlijst achteraan deze BBT-studie) wordt beschreven wat wordt verstaan onder vaste houders en verplaatsbare recipiënten, in deze BBT-studie verplaatsbare houders genoemd:

  • vaste houders: de houders die worden gevuld of bijgevuld op de plaats van gebruik;
  • verplaatsbare recipiënten: de houders die worden gevuld of bijgevuld op een andere plaats dan de plaats van gebruik

De bovengrondse opslagvormen voor gevaarlijke en brandbare vloeistoffen zijn enerzijds vaste houders (opslagtanks). De BREF EFS vermeldt:

  • open tanks (weinig relevant voor opslag van gevaarlijke of brandbare vloeistoffen)
  • tanks met vlottend dak
  • verticale gesloten tanks (atmosferisch)
  • horizontale gesloten tanks (atmosferisch), sferen
  • tanks met variabele dampruimte

Anderzijds beschrijft de BREF EFS de opslag in ‘containers’, zijnde verplaatsbare houders (recipiënten/verpakkingen).

Deze opslagtypes zijn hieronder beschreven. Bij beide opslagtypes zijn, afhankelijk van producttype, opslagvorm, opslagcapaciteit, compartimentering, enzomeer, verschillende voorzieningen nodig om een mogelijke brand te bestrijden. Potentieel verontreinigd blusmiddel in de inkuiping of de verladingszone dient opgevangen te worden. Daarom worden relevante aspecten van blusvoorzieningen ook beschreven. In de praktijk worden in sommige gevallen dezelfde opvangvoorzieningen gebruikt voor opvang van het product en opvang van het blusmiddel.