Vormvervaardiging hoogdruk (flexo)

Eigen aan flexo is het gebruik van flexibele en relatief zachte drukvormen. Net door deze eigenschappen kunnen zowel absorberende als niet-absorberende substraten worden bedrukt. Er bestaan rubberen en fotopolymeren drukvormen.

  • Op de rubberen drukvormen wordt het beeld uit de prepress aan de hand van een laser gegraveerd.
  • Bij het vervaardigen van fotopolymeren drukvormen kan men vertrekken van een fotopolymeerplaat of een drukvorm bestaande uit vloeibaar polymeer. Deze worden met UV-licht belicht waardoor de aanwezige monomeren reageren. De belichte delen harden uit, de niet-belichte delen worden naderhand verwijderd met een uitspoelmiddel of weggeblazen. Hierdoor wordt een reliëf bekomen waarvan de verhoogde delen de afdruk zullen maken. Het uitspoelmiddel, een oplosmiddel of water, wordt nadien gedistilleerd en opnieuw gebruikt.

De drukvormen zijn ofwel vlak en worden nadien rond de drukcilinder gekleefd ofwel worden ze meteen geproduceerd in een cilindrische vorm (sleeve technologie).

De voornaamste energie- en milieuaspecten die bij de vormvervaardiging van flexo optreden zijn oude polymeer- of rubberen flexovormen, reinigingsmiddelen, vervuilde poetsdoeken, vervuild uitspoelmiddel, energieverbruik.