Componenten van een bunkerstation voor vaartuigen

Een bunkerstation voor vaartuigen bestaat doorgaans uit volgende componenten:

  1. Opslagtank(s)
  2. Bunkerinstallatie (pomp, leidingen, bunkerslang of –arm)
  3. Aanwezige tankwagens of -containers
  4. Losinstallatie voor tankwagens of -containers
  5. Losinstallatie voor LNG-schepen (tankers)
  6. Laadinstallatie voor tankwagens en -containers

De belangrijkste activiteiten die plaatsvinden op een bunkerstation zijn:

  1.  de opslag van LNG in een cryogene bovengrondse druktank;
  2.  het afleveren van LNG als brandstof aan schepen (bunkeren);
  3.  het bevoorraden van het station met LNG via schepen of tankwagens;
  4.  het beladen van tankwagens of tankcontainers met LNG.

Bij het afleveren van LNG als brandstof aan schepen dient het LNG vooraf niet geconditioneerd (of verzadigd) te worden. Het beladen van tankwagens en tankcontainers betreft een activiteit die op een bunkerstation slechts beperkt wordt uitgevoerd (max. 1 à 2 tankwagens of tankcontainers per dag).

Een schematische weergave van een typisch LNG-bunkerstation met aanduiding van de belangrijkste activiteiten wordt weergegeven in Figuur 15.

Figuur 15: Schematische voorstelling van een typisch LNG-bunkerstation met aanduiding van de belangrijkste activiteiten op het station

 

In wat volgt worden de karakteristieken van de samenstellende componenten (o.a. volume, debiet, doorzet, opslagcondities) van bestaande en geplande LNG-samenbouwinstallaties besproken, zoals bekomen uit een sectorbevraging door M-Tech (2017). Vervolgens worden representatieve standaard samenbouwinstallaties gedefinieerd die verderop aan een kwantitatieve risicoanalyse worden onderworpen.