Good housekeeping: optimalisatie van de belading van een pyrolyse-oven

De werking van de pyrolyse-oven is onderhevig aan:

• ­het type vervuiling (samenstelling);
• de hoeveelheid vervuiling;
• de mix aan te verwijderen materialen;
• de hoeveelheid stukken (gewicht);
• het gekozen programma.

­

Indien mogelijk, moet er getracht worden om de belading van de pyrolyse-oven te optimaliseren. Vooral bij bedrijven die stukken met verschillende types van vervuiling thermisch reinigen zou dit mogelijk moeten zijn.

De samenstelling en hoeveelheid van het te verwijderen materiaal zijn van zeer groot belang voor een goede werking van de oven. De laksoorten hebben immers alle verschillende temperaturen vanaf waarboven deze beginnen te pyrolyseren (zie onderstaande tabel: Mitraco, 2006).

Tabel: Relatieve energie-inhoud en pyrolysetemperatuur van enkele laksoorten

Het is opportuun om stukken met verschillende types van vervuiling (en met verschillende pyrolyse-temperaturen en energie-inhoud) samen in de pyrolyse-oven te steken. Hierdoor kan vermeden worden dat er pieken ontstaan waardoor de pyrolysereactie ontspoort en de energie te snel vrijkomt (zie bovenstaande tabel). Op deze manier kunnen immers grote hoeveelheden gassen vrijkomen die vervolgens naar de naverbrander gestuurd worden. Door deze plotse piek van gassen (met een te laag zuurstofgehalte) in de naverbrander, verloopt de verbranding immers niet optimaal. Het is dus gevaarlijk om een kort programma te kiezen voor b.v. snelontbrandende laksoorten, of voor laksoorten met eenzelfde energiewaarde.

Daarnaast is ook het totale gewicht van de geladen werkstukken van belang. Hoe hoger het gewicht, hoe langer het duurt totdat de oven opgewarmd is.