Inwendig reinigen van recipiënten

Het BBT-kenniscentrum, opgericht in opdracht van de Vlaamse Regering bij VITO, heeft tot taak het inventariseren, verwerken en verspreiden van informatie rond milieuvriendelijke technieken. Tevens moet het kenniscentrum de Vlaamse overheid adviseren bij het concreet maken van het begrip Beste Beschikbare Technieken (BBT). In dit rapport worden de BBT voor de sector voor het inwendig reinigen van recipiënten in kaart gebracht.

Deze BBT-studie is een herziening van de in 2002 gepubliceerde studie ‘Beste Beschikbare Technieken voor het inwendig reinigen van tanks & vaten (Huybrechts, Vercaemst, & Dijkmans, 2002). Bij de herziening worden de gegevens uit deze studie waar nodig aangevuld en geactualiseerd. Tevens wordt bekeken in hoeverre de technieken die destijds als BBT werden geselecteerd, inmiddels geïmplementeerd zijn, en of er ondertussen nieuwe technieken beschikbaar zijn. Op basis van deze actualisatie worden de BBT-conclusies aangepast aan de huidige economische toestand van de sector en aan de huidige stand der techniek. De belangrijkste aandachtspunten binnen de scope van deze studie zijn:

In overleg met het begeleidingscomité werd de afbakening van de studie vastgelegd. Binnen de scope vallen de bedrijven die op eigen terrein (meestal in opdracht van derden) lege (op hun restlading/ladingsrestant na) recipiënten, die gebruikt worden voor opslag en transport van (vaste of vloeibare) stoffen over de weg of het spoor, inwendig reinigen. Buiten de scope vallen o.m. de uitwendige reiniging van wagens (truckwash), de (inwendige) reiniging van recipiënten door uitbranden (thermisch reinigen), de (inwendige) reiniging van vast opgestelde recipiënten, en de (inwendige) reiniging (incl. ontgassing) van recipiënten voor opslag en transport van gassen.

Het merendeel van de technieken die geselecteerd zijn als BBT zijn gericht op een kwaliteitsverhoging van de geloosde afvalwaters bij het inwendig reinigen van recipiënten, waarbij in het bijzonder de focus gaat naar het voorkomen (of indien niet mogelijk, het beperken) van schadelijke emissies naar water en lucht, alsook het beperken van waterverbruik. Daarnaast zijn ook vrijzettingen naar de bodem, productie van afval, energie-efficiëntie en geluid en trilling relevante milieu-aspecten bij het inwendig reinigen van recipiënten.

In deze studie zijn in 'beschikbare milieuvriendelijke technieken' 49 technieken beschreven als kandidaat beste beschikbare techniek (kandidaat-BBT). Na evaluatie van deze technieken in hoofdstuk 5, zijn 39 technieken weerhouden als BBT. Als BBT worden enerzijds een aantal preventieve maatregelen geselecteerd op het gebied van (pre)acceptatie zoals het weigeren van recipiënten die kritische ladingen bevatten, het gebruik van een registratiesysteem en een productdatabank, en anderzijds technieken m.b.t. het eigenlijke reinigingsproces zoals het oordeelkundig doseren van reinigingsmiddelen en hulpstoffen en de optimalisatie en opvolging van de fysicochemische voorzuivering van afvalwater. Ook wordt in de BBT-studie aandacht besteed aan de mogelijkheden voor waterbesparing door bv. het maximaal verwijderen van restladingen, het gebruik van hemelwater, en het (her)gebruik van gezuiverd afvalwater. Tot slot worden BBT geselecteerd ter beperking van luchtverontreiniging (bv. het gesloten afvoeren van (voor)spoelwater dat vluchtige stoffen bevat), geurhinder (bv. dampen afzuigen naar een luchtbehandelingsinstallatie), bodemverontreiniging (aanleggen van een vloeistofdichte/ondoordringbare vloer), geluidshinder (voorkomen en beperken van geluids- en trillingsemissies), energieverbruik (bv. gebruiken van een blower i.p.v. droogsysteem o.b.v. perslucht), en maatregelen met betrekking tot de omgang met afvalstoffen (bv. vooraf reinigen van vaten die voor recyclage worden afgevoerd).

In Hoofdstuk 6 worden aanbevelingen geformuleerd voor sectorale voorwaarden voor het inwendig reinigen van recipiënten, en worden ondermeer de BBT-GEN afgeleid voor een groot aantal parameters (zie ook Tabel 17) voor drie categorieën van activiteiten, met name voor (1) tanks - bulk & voeding, (2) tanks – chemicaliën, en (3) vaten.Tot slot werden bij het opstellen van de BBT-studie een aantal hiaten in de beschikbare kennis/informatie opgemerkt, zowel met betrekking tot de milieu-impact van het inwendig reinigen van recipiënten als met betrekking tot de beschikbare milieuvriendelijke technieken. Verder onderzoek op deze domeinen is aanbevolen om deze hiaten weg te werken. Belangrijke aandacht dient te gaan naar het creëren van meer transparantie en informatieuitwisseling tussen de verschillende actoren in de keten, het monitoren van relatief onbekende parameters (zoals o.a. mangaan, benzeen, en oppervlakte actieve stoffen), en bijkomende dataverzameling via ecotoxiciteitstesten. Deze aanbevelingen voor verder onderzoek worden eveneens beschreven in Hoofdstuk 6.