Randvoorwaarden

Enkele belangrijke voorwaarden betreffende de procesvoering van (mest)covergistingsinstallaties zijn:

  • Tijdens (mest)covergisting worden mineralen en nutriënten (bv. stikstof, fosfor) niet verwijderd. Vandaar dat (mest)covergisting niet beschouwd wordt als een mestverwerkingstechniek maar wel als een mestbewerkingstechniek.
  • Mineralen en nutriënten blijven achter in het digestaat. In functie van de verdere behandeling van het digestaat zullen deze stoffen terechtkomen in de restproducten van de digestaatbehandeling. Enkele voorbeelden:
  • Scheiding dikke fractie en dunne fractie
    Vezelachtige organische stoffen, fosfaat, fosfor, calcium en magnesium blijven achter in de dikke fractie. Stikstof (ovv ammonium en ammoniak) en kalium zitten voornamelijk in de dunne fractie.
  • Aerobe zuivering van de dunne fractie
    De dunne fractie is doorgaans zwaar beladen met stikstof. Deze N-concentratie is zeer variabel en afhankelijk van de aard van het digestaat en de toegepaste scheidingstechniek. Voor zover gekend zijn hieromtrent geen concrete data beschikbaar.
    opmerking:
    In Nederland zou een versoepeling van de norm voor humuszuren gevraagd kunnen worden, vermits deze humuszuren geen negatieve werking zouden hebben op de waterlopen, bij voldoende verdunning. In Vlaanderen wordt deze redenering (nog) niet gevolgd. Wel is er vanuit de sector de vraag om de CZV-lozingsnorm te verhogen. Verdere wetenschappelijke onderbouwing betreffende het effect van een hogere CZV-norm op de kwaliteit van de waterlopen is aangewezen.
  • Indampen van de dunne fractie
    Indampen van de dunne fractie wordt voornamelijk toegepast om de opslag- en transportkosten te drukken. De energie voor de droging wordt doorgaans geleverd door valorisatie van het biogas.
  • Mest bevat weinig organische stof, is vetarm en is slecht afbreekbaar. Covergisting met energiegewassen en/of OBA (naast mest) wordt in de praktijk veelal toegepast om de biogasproductie te verhogen.
  • Een te lange vooropslag van mest in mestkelders is nadelig voor de latere vergisting omdat tijdens de opslag al vergisting optreedt. Hierdoor gaat een deel van de potentiële gasproductie verloren. Omwille van de optredende omzettingsreacties verhoogt de ammoniak- en methaanemissie bij te lange vooropslag en treden bv. bij latere scheiding van het digestaat hogere verliezen op. Dezelfde verhoogde emissies treden ook op indien de dikke fractie van het digestaat enige tijd blijft liggen alvorens verder behandeld/afgevoerd te worden.
  • Het drogestofgehalte van de inputstromen is bepalend voor de wijze van voorbehandeling, de reactorconstructies en de nabehandelingen.
  • Hoe hoger het organisch droge stofgehalte, hoe meer energie kan worden gegenereerd.
  • Hoe hoger het methaangehalte in het biogas, hoe hoger de biogasopbrengst.
  • Veelal is entmateriaal vereist om de eigenlijke vergisting op gang te brengen.
  • Als gevolg van zoutaccumulatie kan de methaanvorming (fase 4 methanogenese) verstoord worden, met een lagere biogasopbrengst als gevolg.

Enkele kostprijzen (anno 2011) van (mest)covergistingsinstallaties zijn:

  • De grootste kostenposten bij nieuwbouw vergistingsinstallaties (100% OBA-vergisting) zijn de motoren en de infrastructuur van de vergistingsinstallatie.
  • Het aandeel van scheider, indikker, hygiënisatie en luchtbehandeling wordt geschat op ongeveer 20% van de totale investeringskosten.
  • De kostprijs van een droogtafel bedraagt ongeveer 800.000 €.
  • De kostprijs van een vijzelpers bedraagt ongeveer 3€/ton behandeld digestaat.
  • De kostprijs van een centrifuge bedraagt ongeveer 6€/ton behandeld digestaat (extra kosten omwille van polymeren, energie en opvolging).
  • De kostprijs van een vergister in een concreet Vlaams bedrijf (3.000 m³) bedraagt ongeveer 300.000 € (all in).