Smeltmengen of extrusie

Het doel van deze bewerking is de realisatie van een microscopisch zo homogeen mogelijke menging van de verschillende grondstoffen, m.a.w. een zo ver mogelijk doorgedreven dispersie van de verschillende ingrediënten in het hoofdingrediënt (het bindmiddel). De meest voorkomende extruders op de markt zijn de enkele schroef- en dubbele schroefextruder. De premix uit het voormengingsproces wordt volumetrisch via een vultrechter naar de continu werkende extruder gevoerd.

Bij het opstarten van het extrusieproces wordt de energie, nodig voor het smelten van het bindmiddel en voor de dispersie van de grondstoffen, geleverd door warmtetoevoer.

Bij continue productie wordt de energie geleverd door de vrijgekomen wrijvingswarmte en dient eventueel gekoeld te worden ter voorkoming van oververhitting en voor het behoud van een stabiele productietoestand. Een efficiënt koelsysteem is dan zeer belangrijk aangezien de meeste poederverven thermohardend zijn (chemische reactie o.i.v. warmtetoevoer). Oververhitting kan in dat geval aanleiding geven tot (ongewenste) voorvernetting van het bindmiddelsysteem, wat kan resulteren in een slechte vloei, slechte glans, aanwezigheid van geldeeltjes (puntjes in film), ...

De gesmolten poederverf verlaat de extruder als viskeuze pasta, wordt gewalst tussen twee gekoelde cilinders en wordt verder gekoeld op een koelband. Aan het eind van de koelband wordt de vast en bros geworden pastaband gebroken door een draaiende rol met kammen tot schilfers (ook “chips” genoemd), die verder zullen bewerkt worden in het maalproces.

Milieuaspecten

  • emissie naar de lucht:
    • bindmiddelen (vooral wanneer de pasta net de extruder verlaat)
    • stof (occasioneel wanneer de extruder geladen wordt met het poeder)
  • energieverbruik: voor de koeling en voor het aandrijven van de breekinstallatie en transportband
  • lawaai: breekinstallatie