Spaanplaten

Bij de vervaardiging van spaanplaten kan de grondstof ‘hout’ worden ingedeeld in drie categorieën.

  • categorie 1: rondhout
    Hiermee bedoelt men in het algemeen hout dat nog niet werd aangewend in een andere proces toepassing.
    In eerste instantie omvat deze categorie dunningshout dat wordt gekapt om de rest van een bos beter te laten groeien (ontwikkelen). Dit hout wordt echter vnl. aangewend voor de vervaardiging van papier. Andere resten uit de bosbouw en bosexploitatie zoals kruinen en takken komen ook voor de vervaardiging van spaanplaten in aanmerking.
    In tweede instantie omvat deze categorie boomstammen. Met name boomstammen die om esthetische of technische redenen niet kunnen worden aangewend als massief hout worden bij de vervaardiging van spaanplaten als grondstof gebruikt. Het rondhout kan zowel ontschorst als niet ontschorst worden verwerkt.
  • categorie 2: resthout (fijn/grof)
    Deze categorie omvat houtresten van diverse houtverwerkende bedrijven (zoals bedrijven uit de meubelindustrie, schrijnwerkerijen, …). Naargelang de grootte worden massieve houtresten (grof) en krullen, schavelingen (schaafsel) en zaagsel (zaagmeel) (fijn) onderscheiden.
  • categorie 3: recyclagehout
    Deze categorie omvat houtresten afkomstig van producten op het einde van hun levensduur (‘post consumer’ hout), bv. gebruikte laadkisten, laadborden/palletten ...

Het aantal houtsoorten dat bij de vervaardiging van spaanplaten kan worden toegepast is vrij groot. Dit impliceert dat een bedrijf de houtsoorten zal verwerken die in zijn omgeving verkrijgbaar zijn om de kosten voor transport zo laag mogelijk te houden. Een belangrijk onderscheid is dit tussen loof- en naaldhoutsoorten. Naaldhout heeft een continue densiteit, zuurtegraad en vochtigheid, bij loofhout is dit niet zo. Vandaar dat de voorkeur wordt gegeven aan naaldhout.

Onderstaande tabeltoont de evolutie in het gebruik van recyclagehout door de Vlaamse spaanplaatindustrie in de periode 2003 - 2008 en dit volgens het Voortgangsrapport Uitvoeringsplan Houtafval 2008.

Tabel 1: Evolutie in gebruik van recyclagehout bij vervaardiging van spaanplaten (Vlaanderen, 2003 - 2008) (Voortgangsrapport Uitvoeringsplan Houtafval 2008)

Indien men er van uitgaat dat recyclagehout ca. 15-20 % vocht bevat, komt de verwerkingscapaciteit overeen met een absolute hoeveelheid van 713.000 - 744.000 ton recyclagehout. De spaanplaatindustrie haalt ca. 30% van haar recyclagehout uit België.

Door de hoge prijs van de traditionele grondstoffen (rondhout) in vergelijking met de prijs van resthout en recyclagehout en de lokale beschikbaarheid van resthout en recyclagehout werd er door de Vlaamse spaanplaatindustrie de laatste jaren méér resthout en méér recyclagehout gebruikt.

Onderstaande tabel toont de evolutie in het gebruik van rondhout, resthout en recyclagehout door de Vlaamse spaanplaatindustrie in de periode 2003 - 2008 en dit volgens Fedustria.

Tabel 2: Evolutie in gebruik van rondhout, resthout en recyclagehout bij vervaardiging van spaanplaten (Vlaanderen, 2003 - 2008) (Bron: Fedustria)

Recyclagehout, een mengsel van onbehandeld houtafval en niet-verontreinigd behandeld houtafval, wordt via opwerkingsbedrijven aan de spaanplaatproducenten geleverd. De opwerkingsbedrijven voeren een doorgedreven sortering en zuivering uit op het selectief ingezamelde houtafval.

In een voorbehandelingseenheid wordt het hout(afval) op een vloeistofdichte verharde vloer opgeslagen. Op geregelde tijdstippen wordt het hout(afval) in een eerste breker (verbrijzelaar) verkleind (gebroken). Daarna wordt het metaal met een magneet verwijderd. Vervolgens wordt het hout(afval) afgevoerd naar een opschoningseenheid.

In de opschoningseenheid wordt het (hout)afval verder behandeld (opgeschoond) om als grondstof te kunnen inzetten bij de productie van spaanplaten. Alle kleine onzuiverheden zoals ferro- en non-ferro metalen, plastiek, glas en stenen worden er verwijderd. Het hout(afval) wordt in een tweede breker (verbrijzelaar) op gepaste grootte gebroken (verkleind). Deze verregaande zuivering is noodzakelijk om spaanplaten met een minimum aan onzuiverheden te kunnen produceren en ook om bijkomende slijtage aan de productiemachines te vermijden. Soms wordt het (hout)afval door de spaanplaatproducenten zelf opgeschoond (zie Figuur 44).

Na het sorteren, het breken en het zuiveren wordt het hout(afval) ingezet in de spaanplaatindustrie.

Het breken en het opschonen genereert stof. Het stof wordt afgezogen met behulp van stoffilters en afgevoerd naar een (mee)verbrandingsinstallatie (het stof wordt beschouwd als verontreinigd behandeld houtafval).

De ferro- en non ferro-restfractie wordt afgevoerd voor recyclage.

De restfracties van andere verontreinigingen worden afgevoerd voor recyclage of naar bv. een (mee)verbrandingsinstallatie.

Het hout(afval) dat niet in aanmerking komt voor recyclage (verontreinigd behandeld houtafval (inclusief gevaarlijk houtafval), wordt verwerkt in een (mee)verbrandingsinstallatie vergund voor het verbranden van verontreinigd behandeld houtafval of gevaarlijke stoffen.

 

Figuur: Opschoning van afvalhout (Bron: Fedustria)